De huidige coronacrisis treft ook de consultatiebureaus voor jonge ouders en hun baby. Heel wat van de vrijwilligers die de consultaties in goede banen leiden, behoren als 65-plussers tot de risicogroep en kunnen voorlopig dus niet aan het werk. 110 studenten Vroedkunde van AP Hogeschool springen daarom bij in de consultatiebureaus van Wiegwijs in Antwerpen.
Meten, wegen, het kindboekje invullen, … iedereen met kinderen kent de vrijwilligers wel die de consultatiebureaus van Kind en Gezin draaiende houden. Vanaf nu krijgen ze versterking van een honderdtal studenten Vroedkunde van de AP Hogeschool. De coronacrisis zorgt er immers voor dat heel wat van de gebruikelijke vrijwilligers niet aan de slag kunnen.
“Veel van onze vrijwilligers bevinden zich in een risicogroep, omdat ze ouder zijn dan 65 jaar of bijvoorbeeld mantelzorger”, zegt Nathalie Moons van Wiegwijs (het vroegere Kind en Preventie). Wiegwijs organiseert 215 consultatiebureaus in Vlaanderen met bijna 4.000 vrijwilligers. “Daarnaast zijn er vrijwilligers die al maanden het werk van hun collega’s opvangen. Al deze dingen zorgen er begrijpelijkerwijs voor dat heel wat medewerkers even op de pauzeknop duwen.”
En dat terwijl een goede werking van de consultatiebureaus in deze tijd essentieel is. Kind en Gezin spreidt de consultaties zoveel mogelijk, om minder mensen in de wachtzaal te hebben. Maar dat betekent dus ook meer vrijwilligers. De eerstejaarsstudenten Vroedkunde van AP springen daarom bij. Ze zijn zeker al tot eind december aan de slag in consultatiebureaus in Deurne, Wilrijk, Berchem en Antwerpen.
“De vraag van Stad Antwerpen en Wiegwijs om hen uit de nood te helpen konden we uiteraard niet naast ons neerleggen”, aldus Valerie Bosmans, lector Vroedkunde bij AP Hogeschool. “Onze eerstejaarsstudenten moeten sowieso een aantal uren dienstverlening doen. Dat kunnen ze nu in de consultatiebureaus. Zo ondersteunen ze de mensen daar én doen ze ook de nodige ervaring op het terrein op.”