Burgerschaps-educatie
Burgerschap is alvast geen gemakkelijk begrip. Maar hoe zit dat met educatie? Het gaat hier eigenlijk over 2 vragen: ‘hoe wordt burgerschap geleerd?’ en ‘hoe wordt burgerschap best onderwezen?’.
Kinderen en jongeren leren heel wat over burgerschap in het gewone dagelijkse leven, het sociale leven en de sociale relaties en interacties die ze hebben. Wat ze dan leren doet ertoe. Dat betekent voor het onderwijzen van burgerschap 2 dingen:
- Aansluiten bij ervaringen van leerlingen: Laat het onderwijs (de activiteit van het onderwijzen) aansluiten bij de werkelijke ervaringen van de leerlingen. Met andere woorden: zorg dat je onderwijs ervaringsgericht is. De dagdagelijkse ervaringen van leerlingen kunnen zowel positief als negatief zijn. Als leerkracht doe je er dus goed aan om van die ervaringen te vertrekken: bevraag ze, maak ze bespreekbaar, ga in dialoog met ze en werk er samen met je leerlingen rond in het licht van de burgerschapsdoelen die je wil realiseren. Naar de tips.
- Zorgen voor een democratisch klas- en schoolklimaat: Zorg voor een klas- en schoolklimaat dat kwaliteitsvolle dagelijkse ervaringen biedt wat betreft democratisch burgerschap. Of de dagelijkse ervaringen van leerlingen buiten de school positief of negatief zijn, daar heb je als leerkracht weinig vat op. Waar je wel voor kan zorgen is dat de dagelijkse burgerschapservaringen op school aansluiten bij de democratische vaardigheden en attitudes die je wil aanleren. Dit doe je bijvoorbeeld door een open klasklimaat te creëren waarin leerlingen zichzelf kunnen zijn en afwijkende meningen mogen en kunnen geven.
Participatief werken
Een woord dat vaak opduikt wanneer het gaat over burgerschapseducatie is ‘participatie’. Maar wat is dat eigenlijk? We kunnen daar op verschillende manieren naar kijken. Beide visies zijn waardevol.
- Participatie als doel: deelname en betrokkenheid van iedereen is hier het resultaat dat je wil bereiken. Als leerkracht heb je dan aandacht voor de toegankelijkheid van je lessen (denk aan cursusmateriaal, de voorbeelden die je gebruikt, maar ook taalgebruik) en leeromgeving.
- Participatie als middel: het leren van burgerschapscompetenties is het resultaat van het doen van burgerschap. Als leerkracht geef je jouw leerlingen dan de kans krijgen om inspraak te hebben in zaken die zowel met het leren als het leven op school te maken hebben.
Duurzaam werken rond burgerschap, dat is (veel) vragen durven stellen!
Wat jij als leerkracht in de klas doet, heeft een effect en is van belang binnen burgerschapseducatie. Reflecteren over je eigen klaspraktijk en van daaruit je professionele ontwikkelingskansen benoemen, is dan ook zeker relevant.
Let op de volgende 3 dingen:
- Bouw stap voor stap je kennis op over wat burgerschap is en verwerf inzicht in wat bijdraagt aan burgerschapseducatie
- Wanneer je aan burgerschapseducatie werkt, ga je jezelf vanzelf veel vragen stellen. Zie jouw twijfels niet als iets negatief, en raak niet ontmoedigd. Dit is eigen aan het onderwerp en heeft een positief effect op je praktijk!
- Ook het verder professionaliseren als team en school is van belang. Het gaat niet alleen over jouw individuele praktijk. Het pedagogisch klimaat op school (hoe gaan we met elkaar om) doet ertoe. Sta stil bij de waarden die jullie aanpak vormgeven.
In het volgende tabblad 'Professionaliseren rond burgerschap' kan je lezen hoe je als leerkracht en team doelgericht kunt inzetten op professionalisering.