Anaïs Van Sanden studeerde in de zomer van 2015 af als kleuterjuf. Ze sloot haar studies af met een stage in Zuid-Afrika. In Prins Albert, een dorpje op vijf uur rijden van Kaapstad, werkte ze drie maanden in het Sonneblom Kiddie College. Ze gaf er les aan kinderen van tweeënhalf tot vijf jaar. Met een goed gevoel kwam ze terug naar België. “Je kan er echt veel betekenen en dat geeft veel voldoening.”
LESGEVEN IN EEN KERK
Lesgeven in Zuid-Afrika is anders dan in België. Je hebt minder middelen ter beschikking. Je moet dus inventief zijn en het doen met de middelen die je voor handen hebt.
“Er was geen schoolgebouw, enkel een kerkgebouw dat we mochten gebruiken als school. Eén grote ruimte voor tachtig kinderen, die opgedeeld werden in twee groepen. Alle kinderen zaten op matten. Aan de uithoeken van die matten stond er dan een leerkracht. Op die manier werd er toch een soort klaslokaal gecreëerd.”
De eerste weken kregen Anaïs en haar mede-stagiaires een inkijk in de werking van de school. Vervolgens mocht ze zelf voor de klas staan.
“Het is fijn om te zien dat je eigen aanpak geapprecieerd wordt. Niet enkel door de kinderen, maar ook door de juffen. Wij leerden bij van hen, maar zij ook van ons. Zo zagen zij hoe wij dezelfde materie gaven, maar op een andere manier aanpakten. In plaats van de dagen van de week van buiten te leren, gebruikten wij een tijdslijn met figuurtjes zodat de kinderen een associatie konden maken bij elke dag. Zo tekenden we bijvoorbeeld een maan bij maandag. Daardoor begrepen de kinderen de materie beter en konden ze ons ook vertellen welke dag voor of na een bepaalde dag kwam. Het is echt fijn om te zien dat je de kinderen zo’n cruciale dingen kan bijleren.”
THE BELGIAN GIRLS
In Prins Albert werden de meisjes ‘The Belgian Girls’ genoemd. Ze konden rekenen op een warm verblijf in het dorp.
“Sommige kinderen waren zelfs aan het wenen toen ze naar huis moesten na school. Je kon ze dan geruststellen met ‘maandag mag je terugkomen hoor, dan zie ik je terug, maar 3 keer slapen!’. De liefde die je van de kinderen krijgt is echt enorm.”
Anaïs gaf les aan kinderen die uit het armere gedeelte van het dorp kwamen.
“We verbleven in de blanke kern van het dorp maar gaven les aan de rand van het ‘zwarte gedeelte’. Ook de juffen kwamen uit de armere wijken. Ze leven vaak in erbarmelijke omstandigheden, maar dat merk je niet als ze voor de klas staan. Ze zitten vol energie als ze komen lesgeven en gaan er volledig voor!”
Hoewel Anaïs met een zeer open blik vertrok naar Zuid-Afrika, verschoot ze toch van een aantal zaken waarmee ze geconfronteerd werd:
“De apartheid die daar nog steeds zo fel aanwezig is, dat had ik niet verwacht. Gekleurde mensen komen amper in het blanke dorp, enkel als ze tuinman of poetsvrouw zijn bij blanke mensen. Andersom geldt het ook. In het gekleurde dorp kwamen er bijna nooit blanken. Hoe verder je ging in het zwarte gedeelte, hoe armer de mensen daar waren. Jammer genoeg gebeurt het daar vaak dat arme mensen hun toevlucht zoeken tot alcohol.”
ZUID-AFRIKA ONTDEKKEN
Een stage in het buitenland omvat natuurlijk meer dan alleen maar werken. Je krijgt de kans om het land en een nieuwe cultuur te ontdekken. Anaïs verbleef samen met tien andere Vlaamse meiden in twee huisjes.
“In het weekend probeerden we zoveel mogelijk uitstapjes te doen: naar een ranch, naar Kaapstad of de watervallen bezoeken … Vaak zochten we verkoeling aan het water, want de warmte valt er niet te onderschatten!”
Een nieuwe cultuur betekent ook andere eetgewoontes.
“Veel variatie in het eten was er niet. We aten voornamelijk kip. Maar ook met kip kan je heel wat vindingrijke gerechten maken! We vonden het straf dat er drie soorten kaas beschikbaar waren: cheddar, gouda en mozzarella. Maar uiteindelijk smaakten ze alle drie net hetzelfde, haha. Toevallig waren we met veel choco-liefhebbers. Dat verkochten ze niet in ons dorpje. Als we van een ander dorp kwamen, namen we daarom choco voor een heel leger mee!”
EEN ERVARING RIJKER
Anaïs zou graag nog een keer terugkeren. “Het liefst zou ik teruggaan wanneer de jongste kinderen in het eerste leerjaar zitten, over drie jaar ongeveer. Dan kan ik zien wie de deugnieten zijn geworden, en wie de slimmeriken!”
"Ik beveel een stage in het buitenland zeker aan. Een vriendin van mij twijfelde heel sterk en besloot het uiteindelijk niet te doen. Nu ik terug ben en ze mijn verhalen hoort, heeft ze natuurlijk enorm veel spijt. Voor mij was het echt een fantastische ervaring. Het was een buitenkans dat dit binnen het kader van mijn opleiding kon. Bovendien is het een boost voor mijn cv: het is een bewijs van zelfstandigheid, initiatief, en openheid naar andere culturen. En de meeste werkgevers appreciëren dat wel!"