“De accenttrajecten laten je proeven van verschillende lesmethoden. Ik vind het echt fijn dat ik een focus kan leggen binnen mijn opleiding op basis van mijn eigen interesses en sterktes”. In het kader van de gloednieuwe accenttrajecten hebben de eerstejaarsstudenten uit de lerarenopleidingen Kleuter-, Lager en Secundair Onderwijs op woensdag 9 mei deelgenomen aan drie workshops met verschillende thema’s of accenten: Outdoor Education, Urban Education en STEAM-education. Een vierde accent – Creativiteit – wordt later geïntroduceerd. De accenttrajecten leiden tot een opleiding ‘op maat’ en geven de studenten de vrijheid om de focus doorheen hun studietraject voor een deel zelf te bepalen.
De accentdag startte om 9 uur ’s morgens. Drie groepen van ongeveer 50 nieuwsgierige studenten begonnen tegelijk aan één van de anderhalf uur durende workshops, waarvan er twee plaatsvonden in Park Spoor Noord: Outdoor en Urban Education. Het derde accent – de STEAM-workshop – ging in campus Spoor Noord zelf door. Na elke workshop schoven de groepen door naar de volgende, waardoor ze van de drie thema’s konden proeven.
Outdoor
De workshop Outdoor Education prikkelde de leerkrachten in opleiding om na te denken over hoe ze hun buitenomgeving kunnen gebruiken in functie van hun lessen. De opdracht was tweeledig: enerzijds moest de ene helft van de groep in het park een opdracht vervullen waarbij je je hartslag moest bepalen. Verschillende onderwijsvakken zoals Wiskunde, Fysica, Biologie en Frans werden in de opdracht verwerkt. Eerst moest de opdracht, in volledige rust, vertaald worden vanuit het Frans. Vervolgens trokken de studenten in kleine teams naar de wandelpaden van het park om met een lint van 15 meter een afstand van 200 meter af te spannen. Terwijl een groepslid in de aanslag stond met een stopwatch, sprintte een ander teamlid zich 200 meter de longen uit zijn lijf waardoor zijn/haar hartslag de hoogte injoeg. Via de geijkte afstand en de geregistreerde tijd kon elk team de individuele en gemiddelde hartslag berekenen, en zo maakte wiskunde zijn intrede in de opdracht.
“Amaai Larissa, ik kan even niet meer nadenken! Mijnen tikker! Kan jij het even berekenen?”, zei een uitgeputte studente met uitgeperste spurtbenen toen ze haar hartslag terug in rust moest brengen.
Anderzijds bestond de opdracht uit het zoeken van een specifieke locatie op park Spoor Noord aan de hand van een fotopuzzel. Op die locatie zochten en analyseerden de leraren in spé welke constructies, natuurelementen of welk meubilair bruikbaar zouden kunnen zijn om te verwerken in een les of om leerinhoudelijk te integreren. Nadenken vanuit het vakdomein (bv Frans of Voeding-Verzorging) of onderwijsniveau (bv. Kleuteronderwijs) was dan ook cruciaal voor de eerstejaarsstudenten. Elk groepje schreef de eigen inzichten neer onder goedkeurend oog van de begeleidende lector. Outdoor Education is duidelijk een workshop voor leerkrachten die buitenschoolse prikkels graag verwerken in het curriculum!
Urban Education
We blijven nog even buiten in het zonnige park Spoor Noord om de workshop Urban Education te volgen. Na een korte introductie krijgen de studenten de opdracht om zich in kleinere groepjes te verplaatsen in de leefwereld van een kleuter, lagere schoolkind of een tiener. Hiervoor gebruiken ze de tool Lomap op “Een smartphone van school?! Hopelijk werkt dat!” zei een kritische student. En werken deed het zeker!
Lomap is een app waarmee je foto’s kan nemen en een kleurenfilter toevoegen. Van rood (zeer negatief) tot groen (zeer positief). Elk groepje moest zes foto’s nemen tijdens het traject dat ze aflegden richting campus Spoor Noord en namen de foto’s in functie van het perspectief van kleuters, lagere schoolkinderen of tieners: hoe zou het zijn om hier op te groeien, te ontwikkelen,…?
Eens terug op de campus koos elk groepje een foto naar voorkeur en overlegden ze waar de kwaliteiten en sterktes van de buurt zaten maar ook waar verbeteringen kunnen worden aangebracht. De foto werd hiervoor bekeken vanuit meerdere perspectieven: kleuters, lagere schoolkinderen en tieners, maar ook vanuit de blik van buurtbewoners, ouders, en leerkrachten.
Met deze inzichten trachtte elke groep met tekeningen op een bovenliggend vel kalkpapier verbeteringen aan te brengen op de gekozen afbeelding van de buurt. Hierna volgde nog een korte verantwoording naar de andere groepjes waarom deze aanpassingen een verbetering zouden vormen voor de wijk of buurt, zodat iedereen van elkaar kon leren.
Urban Education peilt dus naar de kansen en groeimogelijkheden van kinderen en jongeren binnen een stedelijke context. Een absolute meerwaarde voor toekomstige leerkrachten die steeds meer uitdagingen trotseren in stedelijke scholen op vlak van superdiversiteit in de stad en de omgeving – zowel fysiek als cultureel - waarin veel kinderen vandaag opgroeien en die aangevat kunnen worden als positieve factor tijdens de lessen.
STEAM-workshop
STEAM is een acroniem voor Science, Technology, Engineering, Arts en Mathematics. De STEAM-methode staat garant voor een geïntegreerde en hands-on aanpak waarmee bovengenoemde disciplines op een geïntegreerde manier ingezet kunnen worden om maatschappelijke en wetenschappelijke vraagstukken aan te pakken.
“Vijf voor twaalf voor levensnoodzakelijke bestuivers” was het centrale thema van de STEAM-workshop: een verwijzing naar de steeds meer bedreigde bijenpopulatie die de basis vormt van onze biodiversiteit.
Opgedeeld in vier groepen, volgens de levenscyclus van een bij, nam elke groep deel aan een korte workshop om meer te weten te komen over bijen. Na deze workshop werden de groepen herverdeeld om samen een doordachte boodschap te maken die de bijenpopulatie ten goede zou kunnen redden. Die boodschap moest uiteraard een wetenschappelijke ondergrond hebben maar de studenten werden ook aangepord om een breed publiek te bereiken. Het was dus nodig om hun ideeën te verwerken in een aantrekkelijke boodschap en deze te verspreiden via een gepast en veel gebruikt medium. Zo traden slam poetry, een videoclip, spandoeken, stop motion video en gedichten al snel op de voorgrond. De studenten waren vrij in hun doen en laten, wat leidde tot inventieve boodschappen en originele ideeën om onze waardevolle bestuivers in de natuur te helpen.