Deze week stelden onderzoekers van de opleiding Sociaal Werk en Orthopedagogie de resultaten voor van een grootschalige bevraging van een 450-tal jongeren tussen 10 en 18 jaar die in een voorziening verblijven. Dit onderzoek, in opdracht van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, brengt in kaart in welke mate deze tieners een passend vrijetijdsaanbod vinden en welke rol het bestaande jeugdwerkaanbod daarin speelt.
Leven in een voorziening heeft een grote impact. Kinderen en jongeren worden (nood)gedwongen op deze manier gehinderd in een ‘normaal’ leven. Schoolgaan, sociale relaties, vriendschappen, gezinsleven, ... verlopen fundamenteel anders. Net voor deze jongeren is de ruimte die vrije tijd biedt voor persoonlijke ontwikkeling van fundamenteel belang. Jongeren ontwikkelen veerkracht tijdens vrije tijd. Ze bouwen een netwerk op dat kan dienen als vangnet wanneer ze de voorziening verlaten.
RESIDENTIEEL VERBLIJF BETEKENT INBOETEN OP VRIJE TIJD MAAR BIEDT OOK NIEUWE KANSEN
Een derde van de jongeren geeft aan dat ze hun vrijetijdsbesteding niet kunnen verderzetten. Ondanks de goede wil van de voorzieningen staan praktische of financiële bezwaren vaak in de weg. Gelukkig zijn er ook jongeren die net dankzij de voorziening kennismaken met een passend vrijetijdsaanbod. Twee derde van de voorzieningen verklaren een structurele samenwerking met externe (jeugdwerk)organisaties te hebben. Daardoor kunnen de jongeren de nieuw gevonden activiteiten makkelijker verder zetten.
EERDER BEPERKT ACTIVITEITENAANBOD MET SOMS WEINIG INSPRAAK
Het activiteitenaanbod in de voorziening is eerder klassiek, genderbevestigend en weinig gevarieerd. Het aanbod biedt weinig tot geen artistieke of culturele activiteiten, sport is beperkt en jongeren nemen zelden deel aan activiteiten buiten de voorziening. Inspraak of keuze is vaak ondergeschikt aan de leefgroep, personeelsbezetting of het interne vrijetijdsaanbod. Toch rapporteert slechts 10 procent van de jongeren geen inspraak te hebben in de vrijetijdsinvulling. De overige 90 procent beslist zelf of in samenspraak met anderen.
TEVREDENHEID IS HOOG, MAAR IS ‘VRIJE TIJD’ IN HULPVERLENING WEL ECHTE ‘VRIJE’ TIJD ?
Jongeren lijken tevreden over de vrijetijdsbesteding in de voorziening: 76 procent rapporteert ‘eerder tevreden’ of ‘tevreden’ te zijn. In de interviews valt wel op dat de ‘vrije tijd’ zich afspeelt binnen een ‘onvrije’ context en dat jongeren hun verwachtingen hieraan aanpassen. In sommige voorzieningen zijn vrijetijdsactiviteiten te verdienen of te verliezen, wat vrije tijd een gecontroleerde activiteit maakt.
MEER INFORMATIE
Het volledige rapport kan je hier downloaden.