Sinds 23 februari 2017 is het omgevingsvergunningsdecreet van toepassing. De inwerkingtreding van dit decreet heeft tot gevolg dat de milieu-, bouw- en verkavelingsvergunning samensmelten tot één vergunning, namelijk de omgevingsvergunning. Op gemeentelijk niveau impliceert dit de omschakeling naar de functie van omgevingsambtenaar en mogelijk de samenvoeging van de dienst milieu en ruimtelijke ordening tot een dienst omgeving. De nieuwe functie van omgevingsambtenaar wordt meestal ingevuld door de voormalige milieu- en/of stedenbouwkundige ambtenaar. Voor gemengde projecten (luik milieu en luik stedenbouw) moeten deze personen nu in principe advies geven én over het aspect stedenbouw én over het aspect milieu.
De verwachting is dat de uitvoering van het nieuwe decreet zeker een positieve invloed heeft op de aanvraag (slechts 1 procedure, kortere termijnen, geen tegenstrijdige adviezen, digitalisering, …). M.a.w., het is een gunstige evolutie voor de aanvrager, maar wat betekent dit voor de adviesverlendende gemeentelijke omgevingsambtenaren? Dit aspect willen wij bekijken in kader van dit project. De onderzoeksvraag luidt dan ook als volgt: “Wat is de impact van de invoering van het omgevingsvergunningsdecreet op de adviesverlening van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (GOA)?”
Bovenstaande hoofdvraag wordt opgesplitst in volgende deelvragen:
- Is er voldoende basiskennis bij de gemeentelijke omgevingsambtenaren van de beide domeinen (luik milieu én luik stedenbouw) om een inhoudelijk goed advies te kunnen vormen?
- zijn de nieuwe, verkorte doorlooptermijnen realistisch? (tijdsdruk invloed op adviesverlening?)
- Is er kwalitatief en voldoende ondersteuning vanuit hogere niveaus (provincie, LNE, Ruimte Vlaanderen)?
- Lukt de integratie van de verschillende domeinen binnen de gemeenten (oprichting omgevingsdienst, aanpassing functies, tijdsbesteding, ...)?
Om deze vragen te kunnen beantwoorden zal er een vragenlijst worden rondgestuurd naar de Vlaamse gemeenten. Tevens zullen er bij 10 Vlaamse gemeenten diepte-interviews worden afgenomen met het oog op een verdere uitdieping van de data. Een focusgroep zal worden ingericht om de aanbevelingen en conclusies van dit onderzoek af te toetsen.