Probleemschets
Sinds 2001 verstrekt het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) persoonlijke assistentiebudgetten (PAB) aan personen met een handicap. Als budgethouder organiseren en betalen zij zelf hun assistentie. Door vermaatschappelijking van zorg en de invoering van persoonsvolgende budgetten (PVB), is er een toenemende vraag naar kwaliteitsvolle assistenten die instaan voor de ondersteuning in het dagelijkse leven en het bevorderen van de levenskwaliteit en participatie en inclusie van de cliënt. Het onderzoek richt zich naar persoonlijke assistenten zonder familieband bij volwassenen met een verstandelijke handicap.
Onderzoeksvragen
Dit exploratief onderzoek brengt de ondersteuning die persoonlijke assistenten zonder familieband bieden aan volwassenen met een verstandelijke handicap in kaart. Er wordt nagegaan welke impact de persoonlijke assistent heeft op kwaliteit van leven van de budgethouder. Hierbij wordt het ondersteuningsmodel van het American Association on Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD) gehanteerd, met bijzondere aandacht voor de dimensie participatie.
Het onderzoek focust op volgende centrale onderzoeksvraag: In welke mate heeft de externe persoonlijke assistentie invloed op participatie van de volwassene met een verstandelijke beperking?
Meer specifiek komen volgende deelvragen aan bod:
- Welke taak of taken neemt de persoonlijke assistent op voor de cliënt en het cliëntsysteem?
- Welke verwachtingen heeft de cliënt-cliëntsysteem ten aanzien van persoonlijke assistentie?
- Welke verwachtingen heeft de persoonlijk assistent over de ondersteuning bij zijn jobinhoud?
- Wat heeft de persoonlijk assistent nodig om ondersteuning te bieden aan de cliënt/ cliëntsysteem in functie van participatie?
Methodologie
Het betreft een exploratief onderzoek dat wordt uitgevoerd met behulp van de responsieve onderzoeksbenadering. Deze benadering is gegrond in een sociaal constructivistische kentheorie en stelt de verhalen en de dialoog over thema’s centraal. Het onderzoek volgt in hoofdzaak een kwalitatieve opzet. Er zullen interviews en focusgroepen bij de drie referentiegroepen van dit onderzoek (i.c. persoonlijke assistenten, cliënten en cliëntensysteem) worden afgenomen. Dit kwalitatieve luik zal worden ondersteund door een kwantitatieve bevraging (digitale vragenlijst) welke zal worden verspreid via diverse werkveldkanalen.