Probleemstelling
Sinds de inwerkingtreding van het Koninklijk besluit van 15.12.2013 hebben vroedvrouwen in België het recht autonoom geneesmiddelen voor te schrijven. Doordat de bevoegdheid voor vroedvrouwen om voor te schrijven betrekkelijk nieuw is, is er nochtans geen inzicht in het voorschrijfgedrag van de Belgische vroedvrouwen. Er zijn ook geen gegevens inzake het aantal voorschrijvende vroedvrouwen in België, maar vooral ontbreekt inzicht in wat er nu gebeurt op de werkvloer; wat zij zoal voorschrijven; of vroedvrouwen zich capabel en onderricht vinden; hun ervaringen en attitude op het gebied van voorschrijven, de ervaringen van vrouwen en de perceptie van collega’s zorgverleners op het gebied van voorschrijven.
Onderzoeksdoel
Inzicht verkrijgen in het gedrag van vroedvrouwen in het voorschrijven van medicatie, en de onderliggende gedragsdeterminanten om (aspirant)vroedvrouwen in België te ondersteunen in deze taak.
Subdoelen
- Inzicht verwerven in voorschrijfgedrag en de beïnvloedende factoren
- Identificeren hoe onderzoeksresultaten bijdragen aan het ondersteunen van (aspirant)vroedvrouwen in deze taak.
Theoretisch kader
Het Attitude-Social influence & self-Efficacy (ASE) model ondersteunt de studies in het project. Dit model stelt dat voorschrijfgedrag verklaard wordt vanuit de intentie om dat gedrag te vertonen en dat de intentie op haar beurt wordt verklaard vanuit drie hoofddeterminanten: Attitude, Sociale invloed en Eigen effectiviteit.
Methodologie
Mixed-methods studie middels verschillende deelstudies:
- Literatuuronderzoek naar onafhankelijk voorschrijven door vroedvrouwen in westerse landen
- Survey onder Belgische vroedvrouwen naar hun voorschrijfgedrag, -vaardigheden en -educatie
- Dwarsdoorsnede onderzoek naar ervaringen van vrouwen met het voorschrijven door vroedvrouwen
- Survey onder beroepsbeoefenaars die te maken hebben met het voorschrijfgedrag van vroedvrouwen