CO-vergiftiging (koolstofmonoxide-vergiftiging) komt regelmatig voor. Ondanks talrijke initiatieven om de bevolking te sensibiliseren, worden toch nog steeds mensen er het slachtoffer van.
CO is een gas dat vrijkomt bij een onvolledige verbranding door gebrek aan zuurstof. Dit kan gebeuren bij alle brandstoffen (bv. kolen, gas, stookolie, hout, …). Het is een kleurloos, reukloos en smaakloos gas, waardoor het dikwijls de naam van sluipmoordenaar draagt.
CO ontstaat dus waar vlammen aanwezig zijn. Dit betekent dat het bij centrale verwarming ontstaat in de ruimte waar de ketel staat. Het kan echter ook door kieren van de schoorsteen komen (bv. in de slaapkamer) of door plafonds, vloeren enz. Daarom kan CO ook in kamers aanwezig zijn waar geen vlam brandt. In een woning kunnen verwarmingsapparaten, warmwatertoestellen, ovens en fornuizen die werken op basis van brandstoffen (kolen, gas, hout, stookolie, …) CO doen ontstaan.
Hoe komt het in het lichaam?
Als je ademt, wordt de zuurstof (O2) via de longen in het bloed gebracht. De rode bloedcellen vervoeren daarna de zuurstof naar alle organen. Als je CO inademt, hecht die zich sneller en steviger vast aan de rode bloedcellen dan zuurstof. Daardoor is er voor de zuurstof niet genoeg plaats meer vrij. Als de rode bloedcellen onvoldoende zuurstof vervoeren, ontstaat er in de organen een levensbedreigend zuurstoftekort.
Oorzaken
CO-vergiftiging komt meestal voor door een combinatie van meerdere factoren.
1 | Gebrek aan luchttoevoer
Tegenwoordig isoleren mensen hun huizen heel goed. Hierdoor komt er dikwijls weinig verse lucht in de kamers.
2 | Problemen met toestellen
De gevaarlijkste toestellen zijn die voor de productie van warm water, de keuken- en badgeisers. Maar ook de andere toestellen (bv. verplaatsbare verwarmingstoestellen en vaste kachels) kunnen het risico op CO-vergiftiging verhogen. Als algemene regel geldt dat slecht onderhouden toestellen een gevaar betekenen. We verdelen de toestellen in 3 types, afhankelijk van zuurstoftoevoer en rookgasafvoer.
Type A
Dit toestel haalt de lucht, nodig voor de verbranding uit de kamer en de verbrandingsgassen komen ook in de kamer. De plaatsing en het gebruik is dus strikt gereglementeerd (bv. keukengeiser, verplaatsbare toestellen (petroleum en gas), een campingvuur, een keukenfornuis, …)
Type B – het open toestel
Dit toestel haalt de lucht uit de kamer en verbrandingsgassen worden via een schoorsteen afgevoerd (bv. een badgeiser, een kachel, een centrale verwarmingsketel, …)
Type C – het gesloten toestel
Er is een rechtstreekse luchtaanvoer van buiten en ook de verbrandingsgassen worden rechtstreeks naar buiten afgevoerd. Er is dan geen gemetste schoorsteen nodig en het rendement is hoger. Dit zijn ook de veiligste toestellen!
3 | Problemen met de schoorsteen of de rookgasafvoer
Om verbrandingsgassen af te voeren is er trek nodig.
Er ontstaan problemen:
als er te weinig verse lucht aangevoerd wordt en er CO ontstaat.
als er hindernissen zijn in de schoorsteen zoals: vogels, vogelnesten of loszittende stenen. De gassen kunnen dan niet weg, slaan terug en komen opnieuw terecht in de plaats waar de schoorsteen staat.
als de rookgasafvoer niet goed geïsoleerd is waardoor de gassen te vroeg afkoelen en terug dalen.
als het einde van de schoorsteen niet wordt vrijgehouden.
4| Ongunstige weersomstandigheden
Volgende weertypes houden een risico in: windstil weer, mistig weer en een zonnige dag tijdens een koudere weerperiode. Op die dagen is er een groter risico op terugslag.
5 | Menselijk gedrag
Voorbeelden van hoe ons gedrag kan leiden tot het ontstaan van CO:
de bijverwarming te lang laten branden;
een te krachtig toestel in een te kleine ruimte op een te lage stand zetten;
afdichten van ventilatieroosters omwille van de koude…
Hoe herkennen?
Een chronische vergiftiging wordt gekenmerkt voor de volgende symptomen: hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken en aanhoudende vermoeidheid. Dit zijn vage algemene klachten. Zij kunnen verward worden met een opkomende griep of een voedselvergiftiging. Hierdoor wordt er niet dadelijk aan CO gedacht.
Een acute vergiftiging treedt op als het lichaam aan een zeer hoge concentratie wordt blootgesteld. Er kan dan onmiddellijk een ademhalingsstilstand volgen. De stadia zijn: zwakte, problemen om zich voort te bewegen, verwardheid, bewusteloosheid, braken, coma, dood.
Er zijn ook nog andere signalen waardoor je CO-vergiftiging kan vermoeden:
verschillende personen die op dezelfde plaats zijn of waren en dezelfde klachten vertonen;
huisdieren die vreemd doen: zoeken naar verse lucht (honden en katten), van hun stokje vallen (vogels);
klachten die enkel voorkomen bij bepaalde activiteiten of op bepaalde tijdstippen, zoals na het nemen van een bad of douche;
klachten die verdwijnen bij het verlaten van een specifieke ruimte;
roetafzetting op wanden of rond de geisers;
abnormaal hoge vochtigheid in huis; dit merk je door condens op de ramen of op de schoorsteenwand, loskomend behangpapier of afschilferende verf;
de geur van verbranding; dit is een signaal dat er verbrandingsgassen in de kamer aanwezig zijn en er dus een risico is op CO.
Hoe kan je CO-vergiftiging voorkomen?
1 | Verse lucht is nodig
Plak niet alle kieren van ramen en deuren dicht.
Voorzie in de plaatsen waar een toestel staat een niet-afsluitbaar rooster onderaan in de deur of in de muur.
Voorzie bij een keukengeiser een luchttoevoer en –afvoer in de buitenmuur.
Bespreek de plaats waar de droogkast en dampkap wordt opgesteld met een specialist.
2 | Gebruik toestellen op een juiste manier
Gebruik de keukengeisers (type A) enkel voor de gootsteen.
Vermijd de aankoop van tweedehandstoestellen.
Raadpleeg steeds een vakman voor de aankoop, het onderhoud en de installatie van het toestel, het bepalen van de grootte en het vermogen van het toestel, het vervangen van kapotte ruitjes bij kachels en het jaarlijks (verplicht) onderhoud van de centrale verwarming.
Verwijder of verplaats nooit de CO-beveiliging van het toestel.
Gebruik geen verplaatsbare toestellen, tenzij elektrische.
Doe de klep naar de schoorsteen bij een open haard en hout- en kolenkachels nooit volledig dicht.
Laat de luchtklep van het toestel voldoende open.
Laat bij het eerste gebruik, na een rustperiode, de kachel goed doorbranden om de rookgasafvoer te laten opdrogen en beter te doen trekken.
Gebruik de gepaste brandstof.
3 | Zorg voor een goed werkende schoorsteen of rookgasafvoer
Laat de schoorsteen jaarlijks (bij sommige toestellen verplicht) vegen en controleren.
Gebruik geen doe-het-zelf reinigingsblokken.
Beperk bochten en horizontale delen in de schoorsteen of rookafvoer.
Herstel scheuren en barsten in de schoorsteen of rookafvoer.
Laat een vochtige schoorsteen nakijken.
Voorzie een controleluik bovenaan, onderaan en in elke bocht van de schoorsteen.
Zorg ervoor dat de afvoer hoog genoeg is en niet gehinderd wordt door bv. bomen of gebouwen. Bij een puntdak mondt de schoorsteen best minstens 1m boven het dakvlak uit. Bij een platdak is dat minimaal 2m.
Sluit enkel apparaten op hetzelfde schoorsteenkanaal aan als ze op dezelfde brandstof werken.
Sluit geen droogkast of dampkap aan op een schoorsteen waar reeds een ander toestel op aangesloten is.
4 | Controleer of de vlam blauw is bij een gastoestel.
Een gele kleur betekent een onvolledige verbranding en risico op CO. Contacteer in dit geval een vakman.
5 | Maak dagelijks de aslade leeg bij kolen- en houtkachels.
6 | Laat de auto niet draaien in een gesloten garage.
Bron
Preventie en eerste hulp bij CO-vergiftiging, Rode Kruis-Vlaanderen, juli 2008