De CE-markering - die verplicht is op al het speelgoed dat in de EU wordt verkocht - zou moeten bewijzen dat speelgoed aan de veiligheidsnormen voldoet. Aangezien de controles hierop echter meermaals ontoereikend zijn en de fabrikant het logo zelf aanbrengt, is dit dikwijls niet het geval. Zelfs als het CE-teken terecht aanwezig is, biedt het geen absolute veiligheidswaarborg omdat de omgeving waarin gespeeld wordt en de wijze waarop ook van tel zijn. Toch is het niet verstandig om speelgoed te kopen zonder CE-markering, want er zijn uiteraard heel wat fabrikanten die het wél goed menen.
Wetgeving
Het speelgoed moet ten minste de minimum- of maximumleeftijd voor gebruik bevatten en indien nodig de van de gebruikers verlangde vaardigheden, hun maximum- of minimumgewicht en het voorschrift dat het speelgoed uitsluitend onder toezicht van volwassenen mag worden gebruikt.
De Europese richtlijn van 18/6/2009 verplicht ook de aanwezigheid van een aantal specifieke waarschuwingen en de vermelding van maatregelen voor het gebruik van bepaalde categorieën speelgoed. Zo moet er bv. op waterspeelgoed staan dat men het enkel mag gebruiken in water waar kinderen kunnen staan en onder toezicht van volwassenen. Op speelgoed in levensmiddelen hoort dan weer ‘Bevat speelgoed. Toezicht door volwassenen aanbevolen.’ te staan.
Deze Europese speelgoedrichtlijn (2009/48/EC) is van kracht in België onder het KB van 19 januari 2011 en stelt veiligheidseisen op een zeer algemene manier. De bepalingen gaan in eerste instantie over mechanische en fysieke eigenschappen van speelgoed en enkele eisen over chemische elementen (bv. toegestane concentratie lood in speelgoed) die in de toekomst uitgebreid en verstrengd zullen worden.
Op welk speelgoed heeft deze reglementering betrekking?
De officiële definitie van speelgoed luidt ieder product dat, al dan niet uitsluitend, ontworpen of kennelijk bestemd is om door kinderen onder de leeftijd van veertien jaar bij het spelen gebruikt te worden. Het hoofddoel van het product is dus het spelen.
De volgende producten vallen dus niet onder de wetgeving over speelgoed:
Decoratieve voorwerpen voor feesten en festiviteiten.
Producten voor verzamelaars, mits op het product of de verpakking ervan zichtbaar en leesbaar is aangegeven dat het bestemd is voor verzamelaars van 14 jaar en ouder (bijvoorbeeld: schaalmodellen; bouwpakketten van gedetailleerde schaalmodellen; folkloristische poppen en sierpoppen; historische replica's van echte vuurwapens, enz.).
Sportartikelen, waaronder rolschaatsen en inlineskates, alsook skateboards bestemd voor kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 20 kg.
Fietsen met een maximale zadelhoogte van meer dan 435 mm, gemeten als de verticale afstand van de grond tot de top van het zadeloppervlak, met het zadel in een horizontale positie en de zadelpen geplaatst op de minimale insteekmarkering.
Autopeds en andere vervoermiddelen die ontworpen zijn voor sport of bestemd zijn voor gebruik op openbare wegen of openbare paden.
Elektrisch aangedreven voertuigen die bestemd zijn voor gebruik op openbare wegen of openbare paden, of trottoirs.
Watersportuitrusting die bestemd is voor gebruik in diep water en zwemleermiddelen voor kinderen, zoals zwemzitjes en zwemhulpmiddelen.
Puzzels van meer dan 500 stukjes.
Geweren en pistolen die gebruikmaken van samengeperst gas, met uitzondering van waterpistolen, en bogen voor het boogschieten met een lengte van meer dan 120 cm.
Vuurwerk, waaronder slaghoedjes die niet specifiek voor speelgoed zijn ontworpen.
Producten en spellen waarbij projectielen met een scherpe punt worden gebruikt, zoals werppijltjes met metalen punten.
Functionele onderwijsproducten, zoals elektrische fornuizen, strijkijzers en andere functionele producten, gevoed met een nominale spanning van meer dan 24 volt, die uitsluitend worden verkocht om onder toezicht van volwassenen voor leerdoeleinden te worden gebruikt.
Producten die bestemd zijn voor gebruik voor onderwijsdoeleinden in scholen en in andere pedagogische omgevingen onder toezicht van een volwassen instructeur, zoals wetenschappelijk materiaal.
Elektronische apparatuur, zoals personal computers en spelconsoles, die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot interactieve software, alsmede de bijbehorende randapparatuur, indien de elektronische apparatuur of de bijbehorende randapparatuur niet specifiek ontworpen is voor en gericht is op kinderen en op zichzelf geen spelwaarde heeft, zoals speciaal ontworpen personal computers, toetsenborden, joysticks of stuurwielen.
Interactieve software, bestemd voor ontspanning en vermaak, zoals computerspelletjes, alsmede de opslagmedia daarvan (bijv. cd's).
Kinderartikelen zoals fopspenen.
Voor kinderen aantrekkelijke verlichtingsarmaturen.
Elektrische transformatoren voor speelgoed.
Modeaccessoires voor kinderen, die niet zijn bedoeld om mee te spelen.
Voor openbaar gebruik bestemde speeltoestellen in speeltuinen.
Voor openbaar gebruik bestemde automatische speeltoestellen, al dan niet bediend met muntstukken.
Speelgoedvoertuigen met verbrandingsmotor.
Speelgoedstoommachines.
Slingers en katapulten.
Pseudospeelgoed.
Soorten speelgoed
Naast gecommercialiseerd speelgoed hebben we ook nog de kartonnen doos, de oude handtas en de restjes wol. Voor een kind is élk voorwerp potentieel speelgoed, wat daarom ook zo moet worden bekeken. Een plastic zak (02) of een aansteker bijvoorbeeld, kan heel gevaarlijk speelgoed worden. Gadgets zijn speelgoedachtige dingen die zich richten op het jonge publiek. Een nachtlampje in de vorm van een stripfiguurtje is wel voor kinderen bedoeld, maar is absoluut geen speelgoed en beantwoordt dikwijls niet aan de normen ondanks de eventuele aanwezigheid van een CE-markering.
Voor een kind is élk voorwerp potentieel speelgoed: een plastic zak, elektrische gadgets, ...
Wees ook op je hoede voor namaak. Meestal besteedt de namaker minder zorg aan de veiligheidseisen van het product.
Algemene Tips
Koop nooit speelgoed zonder CE-markering.
Lees aandachtig de instructies en eventuele waarschuwingen.
Het speelgoed moet aangepast zijn aan de leeftijd van het kind.
Controleer indien mogelijk ook zélf het speelgoed voor je het koopt.
Bewaar de doos of de gebruiksaanwijzing met de gegevens van de fabrikant.
Wijs je kind op mogelijke gevaren en te vermijden handelingen.
Controleer speelgoed regelmatig en haal het weg wanneer het beschadigd is.
Speelgoed mag geen glas of porselein bevatten.
Speelgoed dat geluid maakt mag niet te luid klinken, zodat een normaal gesprek mogelijk blijft; beperk de tijdsduur van het spel met dergelijk speelgoed.
Leer je peuter en de oudere broers of zussen om systematisch hun speelgoed op te ruimen na het spelen.
Vervang badspeeltjes regelmatig; er komt gemakkelijk zeepwater in en dat zorgt voor bacterievorming.
Hou altijd toezicht als een kind speelt.
Vermijd speelgoed dat verwarring schept met voedingswaren.
Let op wanneer kinderen van verschillende leeftijden samen spelen.
Koop liever minder, maar wel beter en veiliger speelgoed.
Enkele tips per leeftijd
Indien je een product zonder doelgroep koopt, loop je het risico dat het speelgoed niet aan de voor jouw kind gewenste normen voldoet.
0 tot 1 jaar
Leg nooit te grote knuffeldieren in de wieg (verstikking).
Speeldiertjes hebben geen ijzeren geraamte, strikjes, draden of touwtjes.
Oogjes en staartjes van poppen, teddyberen of andere beestjes moeten zo stevig vastzitten dat je kind ze niet kan lospeuteren.
De stof of vacht mag niet pluizen; controleer de naden.
Hang of leg het muziekspeelgoed buiten het bereik van baby’s (-1 jaar).
Waterspeelgoed moet blijven drijven: het kind wil speelgoedjes die zinken, zoeken.
Bevestig het activitycenter stevig aan het bedje of de box.
0 tot 3 jaar
Door gebruik te maken van een internationale meetcilinder met een diameter van 3 cm kan je ZELF nagaan of een voorwerp kan worden ingeslikt door een een- tot driejarige of niet; wat erin kan, gaat ook door het keelgat.
Wees daarom uiterst voorzichtig met bolvormig speelgoed!
Laat het kind nooit alleen met een ballon spelen.
Let erop dat het kind niet onder het tapijt of de mat geraakt.
Laat je kind nooit alleen bad.
1 tot 3 jaar
Houten speelgoed mag nooit gespijkerd zijn, wel gelijmd of geschroefd.
Leg medicijnen op een veilige, moeilijk bereikbare plek.
Vermijd speelgoed met te losse onderdelen.
Ga na of het kind het batterijencompartiment niet alleen kan openen.
Toon je kind nog voor het eerste gebruik duidelijk hoe hij of zij het speelgoed moet gebruiken.
3 tot 6 jaar
Een bouwdoos mag geen scherpe of puntige voorwerpen bevatten.
Geef elektrisch speelgoed enkel aan oudere kinderen vanaf 6 jaar.
Gebruik alleen beveiligde stopcontacten.
Zet je kind een fietshelm op.
Een touw blijft gevaarlijk.
Leer ze het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s), bij het skaten bijvoorbeeld.
Tonnen speelgoed belanden elk jaar bij het vuilnis. Om de milieu-impact te verminderen kan je het volgende doen:
Vermijd speelgoed met batterijen of koop modellen die ook op herlaadbare exemplaren werken. Dit jaar zal het eerste ecotronische speelgoed – elektronisch speelgoed zonder batterijen – wellicht zijn intrede doen op de Belgische markt. Je moet ermee schudden om het op te laden.
Verkies hout boven plastic. Er is speelgoed met een keurmerk voor duurzaam bosbeheer (FSC of PEFC).
Bij aankoop van tweedehands speelgoed moet je zelf controleren of het veilig is.
Kies voor speelgoed dat niet verpakt is of speelgoed dat vastzit aan een kartonnen achtergrond.
Gooi elektronisch speelgoed (spelconsoles, …) niet in de vuilbak. Breng het naar het containerpark.
Bronnen
FOD Economie, Controlecampagne Speelgoed voor kinderen jonger dan 3 jaar 2020-2021
FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, Veiligheid van speelgoed