Wanneer je als ouder een speeltuin bekijkt, ontdek je wel eens mankementen die naar jouw oordeel een risico vormen voor je kind. De rand van de glijbaan lijkt te laag, het zand in de zandbak te zwart of de kabelbaan te snel.
Maar er zijn ook ‘verborgen’ gevaren, waar je niet zo direct bij stil staat en die erge tot fatale gevolgen kunnen hebben. We bekijken een aantal van de gevaren die jaarlijks toch dodelijke ongevallen en ongevallen met blijvend letsel veroorzaken.
Het breken van een arm of een been werd ondertussen expliciet als een aanvaardbaar risico in de speeltuinnorm opgenomen. Hierin staat dat blauwe plekken op een speelterrein mogen en kunnen. Kinderen en speeltoestellen hebben net dat beetje risico nodig. Hoe hoog kan ik schommelen, hoe snel kan ik van de glijbaan af, kan ik tot boven klimmen in het ruimtenet? Zo kunnen we nog heel wat uitdagingen bedenken. Daarom lijkt het ons zinvoller om het niet meer te hebben over veilige speelterreinen, maar over speelterreinen die bespeelbaar zijn met een aanvaardbaar risico.
Een speeltuin zonder risico’s wordt sowieso een speeltuin zonder kinderen. De hele reglementering dient om blijvende letsels te vermijden.
We weten dat we harder vallen naarmate de hoogte waarvan we vallen toeneemt. Het is dan ook voor de hand liggend dat de bodem moet worden aangepast aan de vrije valhoogte. Hieronder vind je een tabel met daarin verschillende bodemmaterialen die je kan gebruiken in de opvangzone, in functie van de vrije valhoogte.
Materiaal | Afmetingen van de deeltjes (mm) | Minimumdikte van de laag (mm) | Kritische valhoogte (mm) |
---|---|---|---|
Turf/aarde | 1000 | ||
Aangestampte grond | 1000 | ||
Gras | 1500 | ||
Boomschors | 20 - 80 | 300 | 3000 |
Houtsnippers | 5 - 30 | 300 | 3000 |
Zand | 0,2 - 2 | 300 | 3000 |
Grind | 2 - 8 | 300 | 3000 |
Rubberen tegels | volgens testrapport |
Zo vertelt deze tabel bv. dat de vrije valhoogte nooit groter mag zijn dan 3m en dat aangestampte grond slechts voldoende schokabsorptie biedt tot een valhoogte van 1m; gras doet dit tot een valhoogte van 1,5m. Heel belangrijk hierbij is dat het gras voldoende dik is en niet verontreinigd met vreemde materialen zoals kiezelstenen e.d.
En welke ondergrond mogen we dan gebruiken?
De vrije valhoogte is de grootste afstand tussen een toesteldeel dat duidelijk bedoeld is om steun te geven aan het lichaam en het daaronder gelegen oppervlak waarop kan worden gevallen. Op het eerste zicht is de vrije valhoogte hier 2,5m – de hoogte van het platvorm. We mogen echter niet vergeten dat de balustrade is opgebouwd uit horizontale latten. Die vormen een klimmogelijkheid. De praktijk wijst uit dat spelende kinderen de balustrade ook zo gebruiken. Daarom is de vrije valhoogte in dit geval geen 2,5m, maar 2,5m+0,7m=3,2m.
Hoe zit het nu met de ondergrond? Hierboven zagen we dat een valhoogte van 3m niet mag worden overschreden. Als we de balustrade opbouwen met verticale latten verlagen we de vrije valhoogte tot 2,5m en kunnen we kiezen uit boomschors, houtsnippers, zand of grind met een juiste laagdikte of de juiste rubberen tegels.
Als we ons dit afvragen moeten we eerst weten of het toestel gemakkelijk toegankelijk is of niet. Een speeltoestel is gemakkelijk toegankelijk als het kind enkel basisvaardigheden nodig heeft om vrijelijk in, met, op en rond het toestel te bewegen (vroeger was die toegankelijkheid leeftijdsgebonden). In dit geval moet de valbeveiliging uiteraard beter zijn dan in het andere geval. Hieronder vind je de aangewezen valbescherming, afhankelijk van de vrije valhoogte en de toegankelijkheid.
Een reling dient om te verhinderen dat een gebruiker valt, een balustrade om te verhinderen dat hij eronder door kan. Uit deze figuren leiden we bv. gemakkelijk af dat een platform op 75cm hoogte, deel uitmakend van een toestel toegankelijk voor iedereen moet voorzien zijn van een balustrade. Als dit toestel niet gemakkelijk toegankelijk is, is er bij deze platformhoogte geen reling of balustrade nodig.
Besef ook goed dat als je je kind op een toestel tilt waar het zelf niet op geraakt, je het in een omgeving plaatst waar het de vaardigheden en het inschattingsvermogen niet voor bezit, met onaanvaardbare risico’s als gevolg.
Een peuter van 3 jaar werd gewurgd door de touwtjes van de kap van zijn regenjasje. Het touwtje geraakte met een knoop vast tussen 2 planken van de glijbaan…
Dit citaat komt uit de krant van een paar jaren geleden. Een glijbaan is een toestel waarbij men een gedwongen beweging genereert die men zelf niet meer kan stoppen. Openingen tussen onderdelen van de glijbaan zijn in dit geval zeer gevaarlijk omdat er deeltjes van bv. kleding achter kunnen blijven hangen. Dit laatste kan leiden tot wurging van het glijdende kind.
Om na te gaan of de glijbaan veilig is moet worden nagekeken of er tijdens het gebruik van het toestel niets achter bepaalde toestelonderdelen kan blijven hangen. Mensen die veiligheid van speeltuinen moeten controleren hebben hiervoor het juiste materiaal, andere mensen kunnen best zelf hun toestel met hun gezond verstand inspecteren. Zo zijn V-vormige openingen bij glijbanen en klimtoestellen zeer gevaarlijk omdat kleding of lichaamsdelen zich er gemakkelijk in vasttrekken.
We gaan ervan uit dat het toestel niet gemakkelijk toegankelijk is en dat de ondergrond is aangepast aan alle valhoogtes (1,1m en 1,5m).
Er is meer dan voldoende valbeveiliging – een reling had reeds voldoende geweest. Het probleem situeert zich elders. We zien op het linkse platvorm een starre opening van 12cm. Dit wil zeggen dat het lichaam van een kind door deze opening kan, … maar het hoofd niet. Als een kind het toestel door die opening bv. achterwaarts wil verlaten, blijft het met het hoofdje hangen zonder dat het de voeten kan zetten wat kan leiden tot breken van de nek of verstikking. Concreet komt het erop neer dat deze opening niet tussen 9 en 23cm mag zijn. Dit lossen we in dit geval op door de opening dicht te maken of kleiner dan 9cm.
Uiteraard is hiermee nog lang niet alles gezegd over veiligheid in speeltuinen. Voor meer en meer gedetailleerde informatie kan je terecht bij de volgende instanties.
LEER MEER OVER VEILIGHEID THUIS VIA EEN GROEPSBEZOEK AAN HET VEILIGHEIDSINSTITUUT |
Verschijningsdatum: november 2017
MEER WETEN?
|