De codex over het welzijn op het werk beschermt werknemers tegen de risico’s van mechanische trillingen op het werk. Titel 3 van boek V van de codex bepaalt wat er in een bedrijf moet gedaan worden als er werknemers worden blootgesteld aan mechanische trillingen. De codex geeft actiewaarden en grenswaarden en verplicht tot het uitvoeren van een risicobeoordeling. Als er risico’s zijn moet de werkgever preventiemaatregelen nemen.
2 soorten trillingen
Werknemers zijn in tal van sectoren en beroepen blootgesteld aan de risico’s van hand-arm trillingen. Dit zijn trillingen die van de handpalm naar de handen en armen worden overgebracht. Als de handen regelmatig zijn blootgesteld aan deze trillingen kan het weefsel van handen en armen schade oplopen, hetgeen leidt tot symptomen die bekend staan als hand-armvibratiesyndroom (witte en/of dode vingers en gewrichtsklachten in handen en armen).
De risico’s doen zich in versterkte mate voor bij het gebruik van trillende machines die hoge trillingsniveaus genereren en bij langdurig en regelmatig gebruik van deze arbeidsmiddelen. Voorbeelden hiervan zijn stampers, bikhamers, slijpmachines of kettingzagen.
Trillingen van voertuigen veroorzaken lichaamstrillingen bij werknemers. Deze worden via de stoel of de voeten overgebracht. De blootstelling van het lichaam aan hoge trillingsniveaus kan de gezondheid en de veiligheid schaden en rugaandoeningen veroorzaken of verergeren. De risico’s zijn het grootst bij hoge trillingsniveaus, langdurige, herhaalde en regelmatige blootstelling en wanneer de trillingen gepaard gaan met ernstige schokken.
Blootstelling aan lichaamstrillingen komt vaak voor bij gebruik van voertuigen, zoals bulldozers en heftrucks, in de landbouw en plantsoendienst en in het bouwbedrijf. Dit probleem kan zich ook elders voordoen, bv. in vrachtwagens op de weg of in schepen op zee. Lichaamstrillingen blijven niet beperkt tot werknemers die hun werk zittend uitvoeren, zoals bestuurders, maar komen ook voor tijdens staande activiteiten, bv. tijdens de bediening van een betonbreker.
Het KB vermeldt actie- en grenswaarden die worden uitgedrukt in m/s² (de frequentie- en tijdgewogen versnelling van de trilling in de drie assen) en deze worden steeds bepaald als een gemiddelde over een werkdag van 8 uur. Indien de blootstellingsduur kleiner is dan 8 uren, moet er nog eens een gemiddelde over 8 uur worden berekend.
Voor hand-arm trillingen is de actiewaarde 2,5 m/s² en de grenswaarde 5 m/s².
Voor lichaamstrillingen is de actiewaarde 0,5 m/s² en de grenswaarde 1,15 m/s².
Uit onderzoek weten we dat bij blootstelling boven de actiewaarde er al hinder, verminderd comfort en gezondheidsschade kan optreden. De doelstelling is daarom er voor te zorgen dat voor elke werkdag de blootstelling lager is dan de actiewaarde.
De blootstelling mag de grenswaarde nooit overschrijden. Als dit toch het geval is moet men direct preventiemaatregelen nemen.
De risicobeoordeling bestaat eerst en vooral uit het bepalen van het niveau, de aard en de duur van de blootstelling met als doel na te gaan of de actiewaarden en grenswaarden niet zijn overschreden. Dit wil niet zeggen dat men steeds een meting moet uitvoeren. Vaak kan de blootstelling ingeschat worden door het verzamelen van gegevens, zoals:
Naast de bepaling van de blootstelling moet men nog bijkomende risicofactoren beoordelen die ook een rol spelen in het al dan niet ontstaan van gezondheidsschade.
Voor lichaamstrillingen bij voertuigen, zoals bij heftrucks of vrachtwagens, is vooral de ondergrond waarop men rijdt veruit bepalend. Hoe slechter de ondergrond, hoe meer trillingen. Daarna – maar in veel mindere mate - beïnvloeden ook de snelheid, de trillingsdempende eigenschappen van de zetel, de banden, de vering en het rijgedrag van de chauffeur de hoeveelheid trillingen. Zo’n zetel is m.a.w. niet heiligmakend.
Aangezien de schade afhankelijk is van de hoeveelheid trillingen die men op een werkdag krijgt, zal de effectieve blootstellingsduur een grote rol spelen. Een vuistregel: er kan een risico zijn vanaf een dagelijkse blootstellingsduur van 15 minuten voor hand-arm trillingen afkomstig van hamerende toestellen en 60 minuten voor trillingen afkomstig van draaiende toestellen. Hieronder bekijken we wat werkgevers en werknemers nog kunnen doen.
De werkgever is wettelijk verplicht om zijn werknemers tegen schade door trillingen te beschermen. Hiervoor moet hij een beoordeling van de blootstelling opmaken en maatregelen nemen om de blootstelling te verminderen. Als er werknemers zijn wiens blootstelling hoger is dan de wettelijke actiewaarde, moet hij deze jaarlijks voor medisch onderzoek naar de arbeidsgeneesheer sturen.
Je kunt je werkgever bij de preventie van gezondheidsschade ten gevolge van trillingen helpen door:
Het gezondheidstoezicht is verplicht als er een gezondheidsrisico is en zeker als de actiewaarde is overschreden. Wanneer de arbeidsgeneesheer een beroepsziekte vaststelt, of door een andere arts ervan op de hoogte is gesteld, moet hij hiervan aangifte doen bij het Federaal agentschap voor beroepsrisico's.
Tacoma Narrows Bridge Collapse
Trillingen op reachtrucks gemeten - Andersom Testing
Lichaamstrillingen bij intern transport actief aanpakken - Jungheinrich Nederland BV
AntiVibratieTechnologie (AVT) van Makita: de wet én de techniek
Hand Arm Vibration - Membership HCLG
Verschijningsdatum: november 2017
MEER WETEN?
|