Overslaan en naar de inhoud gaan

Spot op: Veiligheid in en om het water

Jaarlijks sterven in Vlaanderen een aantal jonge kinderen de verdrinkingsdood. Tel daarbij nog de verdrinkingen die leiden tot een ernstige handicap wegens zuurstofgebrek, dan zie je wat voor impact het fenomeen verdrinking heeft. Aangezien heel wat van deze ongevallen gemakkelijk voorkomen kunnen worden, roept de verdrinking van een kind doorgaans heel wat schuldgevoelens op bij de nabestaanden. In deze tekst proberen we dan ook stap voor stap te overlopen hoe zo’n ongeval kan ontstaan en wat je als ouder/opvoeder kan doen of niet mag nalaten te doen. 

De meeste verdrinkingen of bijna-verdrinkingen bij jonge kinderen gebeuren in zwembaden en vijvers. Maar ook de badkuip is een gevaarlijke plaats: kleine kinderen kunnen net zozeer verdrinken in enkele centimeter water als in een diepe plas. Verdrinkingsongevallen gebeuren over het algemeen heel snel en onopgemerkt. Kinderen zijn onvoldoende in staat zichzelf te redden, gaan niet schreeuwen en spartelen, maar zakken geluidloos onder water.

verdrinken.jpg

Volgende factoren spelen een rol bij verdrinkingen van kinderen

  • het spontane (risico)gedrag van het kind
  • de verslapte waakzaamheid van de mensen die belast zijn met het toezicht op het kind, wat maakt dat, om de ene of de andere reden, niemand kon voorkomen dat het kind in het water terechtkwam
  • het permanente gevaar dat makkelijk toegankelijke zwembaden (al dan niet privé) en tuinvijvers inhouden
  • de snelheid en de stilte die eigen zijn aan verdrinkingsongevallen bij kinderen
  • de paniek op het moment dat het kind in het water ontdekt wordt, vaak te laat

7 punten om te voorkomen dat dit ongeval gebeurt

  1. Hou actief toezicht op je kind
  2. Sluit huiszwembaden en vijvers af
  3. Voed je kind op tot veilig gedrag in openbare zwembaden
  4. Leer je kind zwemmen
  5. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen
  6. Breng je kind respect bij voor water
  7. Leer reddings- en reanimatietechnieken toepassen
1. Hou actief toezicht op je kind

De klemtoon ligt op het woord actief. Dit veronderstelt voortdurende waakzaamheid. Onderzoek toont aan dat de meeste verdrinkingen gebeuren onder toezicht, maar dat de toezichthouder verstrooid was door een telefoonoproep of door huishoudelijke taken. Soms wordt aan een ouder kind gevraagd om op een kleiner broertje of zusje te passen. Achteraf blijkt dan dat die daar onvoldoende toe in staat was.

  • Laat het kind nooit alleen in bad, ook niet in een badstoeltje of badzitje. Een badzitje kan helpen om het kind rechtop te houden, maar het voorkomt geen verdrinking. Voorkom dat kinderen onderuitzakken, uit het zitje klimmen of ermee kantelen. Gebruik ze daarom alleen voor kinderen die zelfstandig kunnen zitten, maar die nog niet zelfstandig kunnen staan of zich nog niet zelfstandig kunnen optrekken.
  • Wees bijzonder waakzaam tijdens de vakanties: in de zomer is een (kinder)zwembad in de tuin een topper.
2. Sluit huiszwembaden en vijvers af
  • Huiszwembaden moeten omringd zijn door hekken met kindveilige poorten. Deze moeten altijd gesloten blijven, bij voorkeur sluiten ze automatisch. Het water gewoon afdekken met een zeil geeft onvoldoende bescherming, erger nog, het kan een dodelijke valstrik vormen. Ook voor jonge kinderen uit de buurt is een zwembad gevaarlijk. Het bad is immers aantrekkelijk gelegen, in een omgeving die tot spelen uitnodigt. Een jong kind beschouwt de tuin van de buren als openbaar grondgebied waar het vrij mag binnenlopen. Zorg dus voor een voldoende hoge afsluiting die onmogelijk te beklimmen is, en installeer eventueel een alarm dat jou waarschuwt als iemand over de afsluiting klautert.
  • Er is maar één manier om een tuinvijver echt veilig te maken en dat is (helaas) door er tijdelijk een zandbak van te maken. Los daarvan moet ervoor gezorgd worden dat het kind niet in het water kan vallen. Daarom moeten ouders en kinderen de vijver goed kunnen zien en moeten overhangende oeverplanten, hoge waterplanten en kroos die het uitzicht belemmeren, worden weggehaald. Reduceer de waterdiepte met zand, grind of een metalen rooster dat het gewicht van het kind kan dragen. Zorg ook voor een duidelijke, vlakke overgang tussen land en water: op die manier is de kans op uitglijden kleiner. Een vijver zonder steile oever is voor kinderen ook minder interessant ‘speelterrein’. Voorzie de vijver van een overloop, om te voorkomen dat het waterpeil stijgt. Net als het zwembad is ook de vijver afgesloten met een degelijk hek, dat altijd gesloten is. 
3. Voed je kind op tot veilig gedrag in openbare zwembaden
  • In openbare zwembaden bestaat de kans dat je kind eventjes aan jouw toezicht of aan dat van de zwemleraar of redders ontsnapt. Ook in zwembaden moet je kind voortdurend in het oog worden gehouden.
  • Leer je kind niet te lopen rond het zwembad: doordat de vloer nat is, kan het in het water vallen.
  • Let op de veiligheidsvoorschriften die door pictogrammen of geschreven instructies zijn aangegeven.
  • Leer je kind het verschil tussen diep en ondiep water.

Zwembaduitbaters moeten alles in het werk stellen om de veiligheid van de bezoekers te garanderen. In Vlaanderen zijn er een aantal veiligheidsmaatregelen vastgelegd in het VLAREM, zoals bv. het aantal redders. Daarnaast zijn sommige zwembaden uitgerust met elektronische detectiesystemen die het mogelijk maken om (bijna-)verdrinkingsgevallen snel op te merken.

4. Leer je kind zwemmen
  • Leer je kind zwemmen vanaf de leeftijd van vier jaar.
  • Watergewenning kan eventueel vanaf zes maanden. Laat je kind nooit alleen en zorg ervoor dat het niet kopje-onder gaat. Verlies je kind geen seconde uit het oog. Het water mag niet te koud zijn; dit betekent concreet voor de allerkleinsten 32°C, voor de al wat oudere kinderen tussen 26 en 28°C. Het risico van waterintoxicatie is immers niet denkbeeldig en ook onderkoeling moet worden vermeden. Als je kind vroeg gewend is aan water, raakt het minder snel in paniek en leert het later makkelijker zwemmen. Dit kan in het zwembad, maar ook gewoon thuis onder de douche of in de badkuip.
5. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen

De bekendste drijfhulpmiddelen zijn kurken, zwemvleugels, zwembanden, zwempakjes met drijfvermogen en zwemzitjes.

  • Drijfhulpmiddelen bieden geen absolute bescherming tegen verdrinking.  Gebruik ze altijd onder toezicht: waakzaamheid blijft noodzakelijk!

Een zwemband is af te raden voor kinderen onder de drie jaar, omdat het kind door de opening naar beneden kan zakken. Een zwempakje met drijfvermogen heeft schuimmateriaal aan de rug- en buikzijde, waardoor het kind blijft drijven.

  • Koop alleen veiligheidsmateriaal met een CE-markering: het voldoet aan de reglementering inzake persoonlijke beschermingsmiddelen. Pas op met attributen die als speelgoed worden verkocht: ze bieden vaak niet de nodige bescherming. Lees aandachtig de bijgeleverde informatie. 
  • Op een boot moet iedereen, of hij nu kan zwemmen of niet, een zwemvest dragen. Reddingsmateriaal, bv. een werplijn, moet binnen handbereik zijn.
6. Breng je kind respect bij voor water
  • Respect, niet angst, is de sleutel. Leer je kind nooit te spelen in onbekend water. Geef het zelf het goede voorbeeld en blijf consequent, zodat je kind makkelijker respect krijgt voor water.
  • Leer je kind de gevaren van water, regenputten, zwembaden, de zee enz. kennen en ermee omgaan.
7. Leer reddings- en reanimatietechnieken toepassen
  • Als je kind in het water geraakt is, probeer dan niet te panikeren. Tracht het te redden van op het droge of, als je toch in het water moet, neem hulpmiddelen mee en zorg voor ondersteuning vanop de kant.
  • Indien je kind bewusteloos is en niet meer ademt, verwittig dan onmiddellijk de hulpdiensten. In afwachting kan je zelf met reanimatietechnieken starten. Leg het hoofd van het kind achterover, zodat de luchtwegen vrij zijn. Indien je kind dan nog niet naar adem snakt, heeft het beademing nodig. Het moet dan zo snel mogelijk overgebracht worden naar het ziekenhuis.

Bron

Veiligheid in en om het water, Kind en gezin, Kinderkwesties, mei 2002

LEER MEER OVER VEILIGHEID THUIS VIA EEN GROEPSBEZOEK AAN HET VEILIGHEIDSINSTITUUT

Relevante Links

Meer weten? Stel je vraag aan het informatiecentrum van het Veiligheidsinstituut.