Elk kind heeft recht op vrije tijd, dat ligt vast in het Verdrag voor de Rechten van het Kind. Toch is dit geen vanzelfsprekendheid voor kinderen en jongeren in kwetsbare situaties. Jeugdhulp- en jeugdwerkorganisaties spelen hierbij een verbindende rol. AP Hogeschool onderzocht in opdracht van het Agentschap Opgroeien wat de knelpunten, kritische factoren en good practices zijn in de samenwerking tussen de verschillende actoren bij de realisatie van het recht op vrije tijd voor kinderen en jongeren in de jeugdhulp. We lijsten de belangrijkste conclusies op.
Hoe kijken jongeren in de jeugdhulp zelf naar hun vrije tijd?
Jongeren associëren vrije tijd met zowel georganiseerde als niet-georganiseerde activiteiten, waarbij ze veel belang hechten aan autonomie en beslissingsvrijheid. Ze willen een inclusief vrijetijdsaanbod, maar vragen ook naar een specifiek aanbod wanneer nodig. Ze vinden de weg naar reguliere activiteiten via jeugdhulp, jeugdwelzijnswerk en vrienden.
Wat wensen ze?
- Meer vrijheid in niet-georganiseerde vrije tijd
- Betaalbare georganiseerde activiteiten die passen bij hun leeftijd
- Meer aanbod tijdens schoolvakanties
Jongeren geven de voorkeur aan participatie en co-creatie bij de invulling van hun vrije tijd, waarbij ze willen meedenken, beslissen, uitvoeren en evalueren, in plaats van een top-down benadering. Een cyclisch participatiemodel, waarbij de inbreng van de jongere serieus wordt genomen en samen met de jeugdhulpverlener wordt doorlopen, heeft hun voorkeur. Het is belangrijk om hulp en ondersteuning te bieden om vrije tijd op maat van elke jongere te realiseren. Het inzetten op bruggenbouwers en samenwerkingsverbanden tussen jeugdhulp en vrije tijd zien we als een strategie om participatie van jongeren in de jeugdhulp te bevorderen.
Op welke drempels botsen partners van samenwerkingsverbanden en wat zijn de werkzame factoren voor netwerken en samenwerkingen tussen jeugdhulp en vrije tijd?
Hoewel het belang van vrije tijd voor jeugdhulpkinderen erkend wordt, blijven drempels bestaan voor hun deelname aan vrije tijd. Samenwerking tussen jeugdhulp, lokale overheden en vrijetijdsaanbieders kan deze drempels aanpakken door netwerking, sensibilisering, ondersteuning, beleidsbeïnvloeding of gezamenlijke actie. Goede afstemming tussen organisaties met verschillende visies en werkwijzen is noodzakelijk, met een gedeelde agenda voor het recht op vrije tijd als uitgangspunt. Een ondersteunende structuur en betrokkenheid van jongeren bij de ontwikkeling van initiatieven zijn cruciaal voor duurzame samenwerking.
Werkzame factoren en de rol van lokale besturen verschillen in stedelijke en landelijke contexten, waarbij samenwerking de regie van het lokale bestuur en kritische reflectie vereist. Hoewel er openheid is voor een reflectieve cultuur, zijn de samenwerkingen nog in ontwikkeling en vereisen ze meer tijd om volledig te rijpen.
Hoe garanderen we het recht op vrije tijd voor alle kinderen en jongeren in de jeugdhulp?
Op basis van het onderzoek formuleren we acht aanbevelingen voor lokale besturen, jeugdhulporganisaties, vrijetijdsactoren en Vlaams beleid:
- Investeer in brugfiguren die door outreachend te werken de brug kunnen slaan naar (georganiseerde) vrije tijd voor kinderen en jongeren in de jeugdhulp
- Verlaag de financiële drempel tot deelname aan georganiseerde vrije tijd
- Versterk de kennis rond het belang van vrije tijd binnen jeugdhulpvoorzieningen
- Geef jongeren inspraak en eigenaarschap over de invulling van vrije tijd
- Realiseer een lokaal netwerk waarin jeugdhulp, jeugdwerk en andere vrijetijdsaanbieders elkaar kunnen leren kennen
- Zet een lerend netwerk rond vrije tijd op tussen jeugdhulpvoorzieningen
- Gezamenlijke actie gericht naar een kwetsbare doelgroep moet duurzaam kunnen zijn
- Betrek de doelgroep bij het opzetten van acties
Wil je meer weten over het onderzoek en de resultaten? Raadpleeg dan het volledige rapport.
Heeft jouw organisatie nood aan expertise hierrond? Neem contact op met expert leen.sebrechts@ap.be.