Vlaamse zorgondersteuners ervaren moeilijkheden om op een patiëntgerichte manier om te gaan met patiënten. Dat blijkt uit een studie van onze AP Hogeschool, waarin onderzoekers 120 diepte-interviews afnamen bij zorgondersteuners in 10 Vlaamse ziekenhuizen. De voornaamste reden waarom zorgondersteuners soms hun patiëntgerichte houding moeten laten varen, blijkt tijdsdruk te zijn. Opmerkelijk is ook dat bepaalde andere factoren, zoals onvriendelijke houding van de patiënt, persoonlijkheid van de zorgondersteuner en gebrekkige communicatie een rol spelen.
Zorgondersteuners of ziekenhuismedewerkers die geen directe medische zorg geven – denk maar aan onthaal- of medisch secretariaatsmedewerkers, medewerkers sociale of technische dienst, logistieke medewerkers, … - vormen de focus van het GIDZ-project van de AP Hogeschool. Twee onderzoekers namen face-to-face interviews af bij maar liefst 120 zorgondersteuners in 10 Vlaamse ziekenhuizen om in kaart te brengen welke hinderpalen zorgondersteuners zelf ervaren tijdens hun contacten met patiënten. Vandaag zijn de resultaten van het onderzoek bekend.
Goeie punten voor zichzelf
Uit de studie blijkt dat zorgondersteuners zichzelf gemiddeld een 7,9 op 10 geven als het gaat over hun patiëntgerichtheid. Onderzoeker AP Hogeschool, Wannes Heirman: “Een patiëntgerichte houding is een pijler van kwaliteitsvolle zorg. Dit houdt in dat de zorgondersteuner niet alleen beleefd is, maar ook dat hij of zij tijdens het hele zorgproces zoveel mogelijk rekening probeert te houden met de waarden, de voorkeuren en de sociale en culturele achtergrond van iedere patiënt.”
Te weinig tijd
“Op zich oogt dit positief, maar het onderzoek van de AP Hogeschool maakt ook een andere realiteit duidelijk”, vertelt Milenka Segers, onderzoeker AP Hogeschool. “91% van de bevraagde zorgondersteuners geeft aan dat het soms niet eenvoudig is om deze patiëntgerichte houding aan te houden.” ”Er zijn in totaal 60 verschillende redenen hiervoor aangehaald”, vult Wannes Heirman aan, “Opmerkelijk is wel dat meer dan 65% van de respondenten zegt dat tijdsdruk het hen soms onmogelijk maakt om patiëntgericht te werk te blijven gaan. Vooral medewerkers met een lange carrière in de zorg geven duidelijk aan dat er vroeger meer tijd kon worden besteed aan iedere patiënt. Nu moet alles volgens hen sneller gaan met doorgaans minder middelen.”
Onvriendelijke patiënten en gebrekkige communicatie
De tweede meest voorkomende belemmerende factor van patiëntgerichtheid is een onvriendelijke houding van de patiënt. Uit de studie blijkt dat zo’n 4 op 10 respondenten het moeilijk vinden om in het geval van een onvriendelijke patiënt het belang van de patiënt centraal te blijven stellen. Ook een gebrekkige communicatie in het ziekenhuis en onvoldoende informatie-doorstroming vormen een hindernis voor zorgondersteuners.
De persoonlijkheid van de zorgondersteuner
Maar liefst 25% van de bevraagde zorgondersteuners geeft aan dat ook hun persoonlijkheid een volledig patiëntgerichte benadering soms in de weg staat. Daarbij gaan zij bijvoorbeeld de interpersoonlijke communicatie met een erg zieke patiënt uit de weg, omdat ze die emotionele last niet mee naar huis willen dragen. Een kleine fractie zorgondersteuners, zo’n 1 op 10 respondenten, geeft bovendien aan dat ze soms moeite hebben met het accepteren van cultuurverschillen bij de patiënt.
Wivine Andriessen, opleidingshoofd Office Management aan de AP Hogeschool: “Deze studie geeft aan dat er duidelijk nood is aan meer tijd om goed voor een patiënt te zorgen. Daarnaast is verdere training in patiëntgerichtheid bij zorgondersteuners in Vlaamse ziekenhuizen essentieel. In onze opleiding Medical Management Assistant wordt sinds een aantal jaar veel meer aandacht besteed aan de patiëntgerichtheid en communicatieve skills van onze studenten, zodat ze die in hun latere beroepscarrière kunnen aanwenden.”
Meer informatie over het GIDZ-onderzoek is hier terug te vinden.