Overslaan en naar de inhoud gaan
project

CLIL-fluential

Probleemschets

Content and Language Integrated Learning  (CLIL) verwijst naar het aanleren van curriculumvakken in een andere taal dan de gebruikelijke instructietaal (bijv. Engels, Frans, Duits, Spaans, etc.). CLIL werd bedacht om een dubbele doelstelling te behalen, namelijk het verbeteren van de studenten hun inhoudelijke vakkennis en tegelijkertijd het verbeteren van de taalkennis. Onderzoek toont aan dat CLIL diverse voordelen heeft en dat op diverse vlakken

  • Op vlak van taalvaardigheid:
    Doordat CLIL-leerlingen tegelijkertijd verschillende talen aan het leren zijn, kunnen ze hun inzicht in taalstructuren aanscherpen. Ze begrijpen daardoor beter hoe hun moedertaal/de onderwijstaal werkt dan niet-CLIL leerlingen. Dit inzicht laat hen toe sneller vorderingen te maken in de CLIL-taal, maar ook in de beheersing van het Nederlands, de onderwijstaal.
  • Op vlak van cognitieve vaardigheden
    Meertaligheid vergroot iemands vermogen om op een andere manier de wereld waar te nemen, zijn gedachten te organiseren, zijn geheugen te gebruiken. 
  • Op vlak van sociale vaardigheden:
    CLIL-leerlingen ondervinden een minder grote sociale afstand met vreemde-taalsprekers. Ze zijn meer bereid met vreemde-taalsprekers om te gaan. Dit gemak zorgt ervoor dat leerlingen zich competent voelen om met anderstaligen in gesprek te gaan en dat ook graag doen. 

Hoewel CLIL lang de naam heeft gehad van een didactiek te zijn voor de cognitief sterke studenten, draagt CLIL het potentieel in zich om een sterke leerwinst te creëren voor álle leerlingen, ook leerlingen met een lage SES. Willen we CLIL in het onderwijs verder implementeren, dan moeten we rekening houden met verschillende factoren. Leerkrachten moeten een sterke CLIL-opleiding krijgen die hen motiveert om hier mee aan de slag te gaan. CLIL moet mee in het talenbeleidsplan van de (hoge)school opgenomen worden. Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat CLIL-, taal-, en vakleerkrachten echte teamspelers worden. 

Doel

In 2021-2022 starten we met een pilootproject CLIL in de lerarenopleiding. We nemen een 15-tal studenten uit de lerarenopleiding onder de vleugels en begeleiden ze in het 'verclillen’ van lessen in specifiek hiervoor georganiseerde opleidingsonderdelen. Deze studenten gaan vervolgens de uitgewerkte lessen ook toepassen in de praktijk van het basis- en secundair onderwijs. We kiezen hier expliciet voor scholen met beperkte ervaring in CLIL en een lage SES-score. De studenten worden vervolgens aan de hand van groepsgesprekken bevraagd over hun ervaringen, bij het voorbereiden en geven van de lessen. 

Met dit exploratief onderzoek willen we onderzoeken in welke mate de CLIL-opleidingsonderdelen bijdragen tot het creëren van een krachtige leeromgeving (i.e. een leeromgeving die participatie, betekenisgericht leren, levensechte contexten en zelfsturing mogelijk maken) voor alle leerlingen in het werkveld. Zo peilen we naar de motivatie van de leerlingen voor CLIL in de zaakvakken. Deelaspecten die we hierbij in rekening moeten brengen zijn de CLIL-ervaringen van de leerlingen en hun leerkracht. 

De centrale onderzoeksvragen luiden:

  1. In welke mate dragen de CLIL-opleidingsonderdelen bij tot het creëren van een krachtige leeromgeving in de lerarenopleiding?  
  2. In welke mate bevordert CLIL de motivatie van leerlingen voor zaakvakken?   
Methodologie

De leerlingen bevragen we door middel van interviews na de CLIL-les om te peilen naar hun enthousiasme, motivatie en interesse in het onderwerp van de les, alsook de andere taal. We verzamelen waar mogelijk ook video-opnames van de verschillende lessen om op die manier de reacties van de leerlingen tijdens de les objectief te kunnen bekijken.