Overslaan en naar de inhoud gaan
project

CLIL voor een meertalige samenleving

Context

Content and Language Integrated Learning  (CLIL) verwijst naar het aanleren van curriculumvakken in een andere taal dan de gebruikelijke instructietaal (bijv. Engels, Frans, Duits, Spaans, etc.). CLIL werd bedacht om een dubbele doelstelling te behalen, namelijk het verbeteren van de studenten hun inhoudelijke vakkennis en tegelijkertijd het verbeteren van de taalkennis. Onderzoek toont aan dat CLIL diverse voordelen heeft en dat op diverse vlakken.

  • Op vlak van taalvaardigheid:
    Doordat CLIL-leerlingen tegelijkertijd verschillende talen aan het leren zijn, kunnen ze hun inzicht in taalstructuren aanscherpen. Ze begrijpen daardoor beter hoe hun moedertaal/de onderwijstaal werkt dan niet-CLIL leerlingen. Dit inzicht laat hen toe sneller vorderingen te maken in de CLIL-taal, maar ook in de beheersing van het Nederlands, de onderwijstaal.
  • Op vlak van cognitieve vaardigheden: 
    Meertaligheid vergroot iemands vermogen om op een andere manier de wereld waar te nemen, zijn gedachten te organiseren, zijn geheugen te gebruiken. 
  • Op vlak van sociale vaardigheden:
    CLIL-leerlingen ondervinden een minder grote sociale afstand met vreemde-taalsprekers. Ze zijn meer bereid met vreemde-taalsprekers om te gaan. Dit gemak zorgt ervoor dat leerlingen zich competent voelen om met anderstaligen in gesprek te gaan en dat ook graag doen. 

Hoewel CLIL lang de naam heeft gehad van een didactiek te zijn voor de cognitief sterke studenten, draagt CLIL het potentieel in zich om een sterke leerwinst te creëren voor álle leerlingen, ook leerlingen met een lage SES. Willen we CLIL in het onderwijs verder implementeren, dan moeten we rekening houden met verschillende factoren. Leerkrachten moeten een sterke CLIL-opleiding krijgen die hen motiveert om hier mee aan de slag te gaan. CLIL moet mee in het talenbeleidsplan van de (hoge)school opgenomen worden. Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat CLIL-, taal-, en vakleerkrachten echte teamspelers worden. 

Doel

In 2022 onderzoeken we hoe een projectmatige CLIL-aanpak impact kan hebben op de zelfsturing van leerlingen en hun taalcompetenties. Uit onderzoek van de VDAB blijkt immers dat werkgevers meer kennis van het Frans en betere kennis van het Engels vragen. De taalnoden voor verschillende sectoren zijn ook vaak specifiek. Ze vragen niet om werknemers die vloeiend in één vreemde taal zijn – zoals het doel van een traditionele CLIL-aanpak. Leerlingen moeten eerder functioneel meertalig worden in bepaalde, voorspelbare situaties, en specifieke taalvaardigheid en woordenschat ontwikkelen in functie van verschillende carrières of studies. 
 
Bovendien is het project relevant in de context van het lerarentekort in Vlaanderen. Deze zorgt ervoor dat leerkrachten steeds meer interdisciplinair en flexibel moeten werken. Door een projectmatige CLIL-aanpak te ontwikkelen, kan hun professionele taalvaardigheid flexibeler worden ingebed in het curriculum van de middelbare school in functie van de beschikbare leraren. 

Onderzoeksvragen

De centrale onderzoeksvragen luiden:

  1. Welke impact heeft een projectmatige CLIL-les op de motivatie en zelfsturing voor de taal- en vakinhoud op leerlingen in het secundair onderwijs (die niet in een CLIL-traject zitten)?  
  2. Wat zijn de kritische succesfactoren voor studenten bij het leren van een kernwoordenschat tijdens een projectmatige CLIL-les?

METHODOLOGIE
We organiseren stages (buiten de reguliere) voor AP-studenten met CLIL als afstudeerprofiel, die bovendien werken aan een CLIL-bachelorproef. De studenten geven CLIL-lessen in secundaire scholen met een diverse studentenpopulatie die geen CLIL-traject hebben.

N.a.v. de projectmatige CLIL-lessen, worden volgende onderzoeksmethodes ingezet met het oog op het beantwoorden van de centrale onderzoeksvragen:

  • Observatie van de CLIL-lessen
  • Kwantitatieve en kwalitatieve bevraging van leerlingen
  • Diepte-interviews met leerkrachten en stagiaires