Overslaan en naar de inhoud gaan
project

Evaluatie van Content and Language Integrated Learning (CLIL) in het Vlaamse secundair onderwijs

PROBLEEMSCHETS

Momenteel ontbreekt een zicht op actueel CLIL-onderwijs (= Content and Language Integrated Learning) in Vlaamse scholen. Recent onderzoek toonde indicaties voor selectiviteit van CLIL op niveau van leerling en school. Kwalitatief onderzoek is echter noodzakelijk om een fijnmaziger zicht te krijgen op profielen van leerlingen en scholen, onderliggende dynamieken en processen en hun onderlinge samenhang. Internationaal onderzoek geeft voor het secundair onderwijs indicaties dat CLIL-onderwijs taalvaardigheid kan bevorderen zonder negatieve gevolgen te hebben voor de kennis van de dominante instructietaal of vakinhouden. Resultaten van buitenlands onderzoek kunnen echter niet zomaar getransfereerd worden naar Vlaanderen. De Vlaamse context kenmerkt zich immers door een aantal bijzonderheden. In het Vlaams onderwijs kan CLIL, afhankelijk van traject tot traject, worden aangeboden in het Frans, Engels en/of Duits. In andere landen en de Franse gemeenschap, krijgen leerlingen vaak meer CLIL-uren aangeboden in eenzelfde doeltaal dan in het Vlaamse onderwijs. In het buitenland en de Franse gemeenschap bestaan ook vormen van tweetalig onderwijs, wat kan gezien worden als een specifiek CLIL-type met sterke focus op één doeltaal. In Vlaanderen is CLIL in het basisonderwijs niet mogelijk, terwijl in Wallonië en internationaal CLIL-leerlingen daarentegen soms al een CLIL-traject gelopen hebben in het lager onderwijs. In de beleidsnota 2019-2024 wordt een wetenschappelijke evaluatie van de impact van CLIL op de leerprestaties van leerlingen in het secundair onderwijs gevraagd.

ONDERZOEKSVRAGEN

In dit onderzoek vraagt het Departement Onderwijs en Vorming om in een doordacht geselecteerde groep van scholen in de diepte zicht te bieden op de door scholen gerapporteerde effecten van CLIL. Ze verwachten in deze opdracht dat we aangeven hoe we binnen de scope van dit onderzoek de effectiviteit van het CLIL-onderwijs (zowel naar zaakvakken als doeltalen toe) kunnen meten.

Daarom vragen ze om in doordacht geselecteerde scholen diepgaande inzichten te bieden in:

  • de door de school vastgestelde schoolse vorderingen van de leerlingen in de zaakvakken, de doeltalen en het Nederlands en de aard van de data die de scholen gebruiken om hierover uitspraken te doen;
  • algemeen schoolse en voor CLIL specifieke motivatie en self-efficacy van de betrokken leerlingen;
  • de rol van deze schoolse prestaties van leerlingen die CLIL-onderwijs volgen onder meer bij evaluaties en bij beslissingen over studieadviezen en attestering.
  • verschillen tussen leerlingen die CLIL volgen met leerlingen die geen CLIL volgen.
METHODOLOGIE

In overeenstemming met deze onderzoeksdoelen worden verscheidene onderzoekslijnen uitgezet. Om de onderzoeksdoelen te realiseren en de onderzoeksvragen te beantwoorden, kiezen we bewust voor een mixed methods-aanpak, zodat verschillende onderzoeksparadigma’s elkaar kunnen aanvullen, en tot slot tot een mooie synthese kunnen leiden. Een Vlaanderenbreed kwantitatief onderzoek aan de hand van een survey is daarbij essentieel.

  • Literatuuronderzoek waarin D1 gerealiseerd wordt aan de hand van een systematische meta-review-studie (umbrella review);
  • Kwantitatief onderzoek ter realisatie van D2: een Vlaanderenbreed survey-onderzoek waarbij in de analyse
    • met descriptieve analyses tot een overzicht wordt gekomen van de toepassing van CLIL in het huidige Vlaamse secundair onderwijs;
    • profielanalyses van scholen en leerlingen die CLIL aanbieden gemaakt worden aan de hand van latent profile analysis en clusteranalyses;
    • de relaties tussen de ervaren effecten van CLIL-onderwijs en achterliggende, verklarende kenmerken blootgelegd worden aan de hand van structural equation modeling (SEM);
    • de kwaliteit van de eventueel nieuwe of aangepaste instrumenten gecontroleerd wordt (d.m.v. factoranalyses).
  • Kwalitatief onderzoek: integratie en verdieping van de bevindingen door middel van een delphi-studie, waarin doelmatig meerdere actoren betrokken worden uit scholen die effectief CLIL-onderwijs aanbieden enerzijds, en scholen die (recent) gestopt zijn met CLIL anderzijds, om blokkerende factoren en succesfactoren in effectieve implementatie verder uit te lijnen, met ruimte voor een systemische invalshoek.
VERWACHTE RESULTATEN

Dit onderzoek moet resulteren in een wetenschappelijk rapport dat de gevraagde inzichten biedt en hun onderlinge samenhang beschrijft, onderbouwd door relevante wetenschappelijke kaders. Het rapport dient ook aanbevelingen te formuleren ten aanzien van het beleid en relevante actoren op alle niveaus.