Op 1/09/18 ging in kader van het M-decreet het ondersteuningsmodel van start. Eén of meerdere scholengroepen werken samen binnen ondersteuningsnetwerken. Ondersteuningsteams, aanvankelijk samengesteld uit de vroegere GON- & ION-begeleiders, leerkrachten en paramedici uit het buitengewoon onderwijs, staan in voor de ondersteuning van een gewone school. De ondersteuner als functie en ondersteuning als concept doen zo hun intrede in de onderwijswereld. Een eerste evaluatie van het ondersteuningsmodel schuift volgende uitdagingen naar voor: de nood aan expertise (type-specifieke expertise naast coaching-vaardigheden), nood aan informatie en communicatie i.f.v. de ondersteuners, betrokkenheid van ouders, de sterke toename aan ondersteuningsvragen (wat is basiszorg?, wat is de rol van het CLB?, …), de ondersteuning an sich (afstemming op de vraag, samenwerking school, loskomen diagnoses, …) en personeelsmaterie (bv. invulling van vacatures en opdracht).
In drie werkpakketten en vanuit een multidisciplinair onderzoeksopzet wil dit project, wetenschappelijk onderbouwd, vanuit de praktijk het concept ondersteuning verkennen en theoretisch funderen, klaarheid brengen in de rol van de ondersteuner, het multidisciplinair samenwerken bevorderen en, in samenspraak, diverse tools ontwikkelen die ondersteuning, communicatie en expertise-ontwikkeling binnen deze context bevorderen. Het exploratief onderzoek (kwantitatief en kwalitatief) richt zich op het concept ondersteuning en de rol van de ondersteuner. Een meer actiegericht (via training en observatie) onderzoek is gericht op de expertise-ontwikkeling en deling van de ondersteuner in zijn multidisciplinaire context.Dit project werd vorm gegeven in vier gespreksrondes met vertegenwoordigers van 5 Antwerpse ondersteuningsnetwerken, onderwijsbeleid, collega’s uit de betrokken opleidingen en in overleg met de werkgroep ondersteuningsnetwerken van de Stad Antwerpen.