Projectbeschrijving
Internationaal is er consensus dat het onderwijs aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften bij voorkeur inclusief gebeurt. Inclusief onderwijs heeft volgens onderzoek namelijk verschillende voordelen, onder andere betere schoolse resultaten, betere sociale redzaamheid en een sterker gevoel van participatie in de school- en sociale gemeenschap. Inclusie kan dus zowel de schoolse als de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen bevorderen.
Ondanks beleidsinitiatieven zoals het M-decreet en het decreet leersteun merken we toch dat het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs de laatste jaren opnieuw stijgt. Het onderwijs in Vlaanderen vertrekt volgens ‘De Genereuzen’ nog te vaak van “het idee dat aangepast onderwijs beter is voor kinderen met een beperking en dat het niveau in het regulier onderwijs hierdoor verzekerd blijft.”
Het project ‘Onwijs Onderwijs’ wil aantonen “dat onderwijs waar elk kind welkom is perfect gecombineerd kan worden met hoogstaand kwalitatief onderwijs, waar elk kind zijn talenten maximaal kan ontwikkelen, kennis opdoet en leert met kennis en een diverse mix van klasgenootjes om te gaan.” In de schooljaren 2023-2024 tot en met 2026-2027 worden minstens drie basisschoolteams ondersteund in een proces van inclusieve schoolontwikkeling tot zogenaamde ‘flagship schools voor inclusief onderwijs’. Op vraag van 'De Genereuzen' zetten Arteveldehogeschool, UCLL en AP samen een flankerend impactonderzoek op. Via een mixed-method aanpak brengen we de impact van het begeleidingsproject in kaart. Zo krijgen we een beter zicht op wat het project in gang zet op niveau van de leerlingen, de leerkrachten en andere betrokkenen in en rond de school.