Voedings- en Dieetkunde

• In het eerste jaar krijg je een uitgebreide wetenschappelijke basis. Inzichten uit de chemie, biochemie, biomedische wetenschappen en voedingswetenschappen zijn je uitgangspunt als diëtist. 
• Je leert ook correct diëtetisch handelen. Zo kom je alles te weten over de basisbeginselen van gezonde voeding en levensstijl zoals de voedingsdriehoek, voedingsleer, voedingsmiddelenleer, merkenkennis, voedselveiligheid ... 
• Je voert onderzoek en leert daarbij om evidencebased te werken en je resultaten te onderbouwen. Bijvoorbeeld, wat is de ideale portiegrootte en welke inschattingsfouten maken mensen hierbij?
• In de opleidingsonderdelen quality & quantity en food & nutrition werk je aan opdrachten uit de dagelijkse praktijk van een diëtist. Je doet bijvoorbeeld een kookworkshop voor een bepaalde doelgroep.
• Tot slot leer je tijdens de opleidingsonderdelen dietetic skills en taste & food skills concrete praktijkvaardigheden zoals consultatietechnieken en gezond koken. 

• In het tweede jaar verdiep je je in twee van de drie grote domeinen van een diëtist. 
• De eerste gaat over gezondheidsbevordering. Je werkt interventies uit voor een specifieke doelgroep. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat studenten dagelijks meer groenten eten? Een uitdagende opdracht waarbij je ook creatief kan zijn. 
• Het tweede domein is de productie van voeding. Tijdens het vak production & facility steek je de handen uit de mouwen en ontdek je alles over de grootkeuken. 
• In het vak diëtetiek ontdek je welke voedingsaanpassingen nodig zijn voor bepaalde gezondheidsproblemen of aandoeningen.
• De vakken dietetic skills en taste & food sluiten hierop aan. Je geeft voedingsadviezen en stelt specifieke dieetmaaltijden samen.
• De biomedische wetenschappen zorgen voor de wetenschappelijke onderbouwing.

• In het derde jaar diep je de curatieve gezondheidszorg uit en werk je onder andere combinatiediëten uit. Je beslist ook zelf over de invulling van een aantal studiepunten.
• Je kiest een specialisatie: sportvoeding, klinische diëtiek of strategisch management. 
• Je beslist over de invulling van (internationale) professionalisering met extra keuzevakken binnen en buiten onze opleiding, werkveldactiviteiten, navormingen, studiedagen, internationale weken, enz. 
• Je schrijft ook een bachelorproef waarin je een opdracht uit het werkveld uitvoert. Dit kan gaan over allerlei onderwerpen: interventie rond gezonde voeding bij shiftwerk voor een politiezone, interventie rond gezonde levensstijl bij de brandweer, een lessenreeks over voedselveiligheid voor de arbeiders in een bepaald bedrijf, een literatuurstudie, een onderzoek naar waste in een WZC …
• Ben je geboeid door sportvoeding? Dan mag je in het laatste jaar ook het microcredential Expert in sportvoeding volgen. Dit telt voor 12 studiepunten en vervangt je specialisatie en (internationale) professionalisering. Ook je bachelorproef hoef je dan niet meer te schrijven.
• Tot slot volg je een stage van 14 weken in het laatste semester en neem je deel aan een week rond interprofessioneel samenwerken binnen de gezondheidszorg. 

Je kan in deze opleiding ook instromen in het tweede semester. Dan neem je in februari al enkele opleidingsonderdelen van het eerste jaar op. Hoeveel dit er zijn, hangt af van je vooropleiding in het hoger onderwijs. Op deze manier studeer je gespreid waardoor je er waarschijnlijk wat langer over doet dan wanneer je in september opstart.

Interesse in een opstart in februari? Neem dan contact op met een trajectbegeleider van de opleiding.

Je hebt één vaste lesdag per week les op campus, namelijk donderdag tussen 8 en 17.30 uur. De rest van het programma leg je via zelfstudie af. Zo behaal je op vier jaar tijd een bachelordiploma. Je lessen starten midden september en lopen tot eind juni. In januari en juni leg je examens af. In je laatste jaar doorloop je, net zoals de studenten in het voltijdse traject, een fulltime stage van 14 weken en schrijf je een eindwerk.

Elk jaar heeft een eigen thema: 

1. Quality & Quantity
2. Food, Nutrition & Lifestyle
3. Dietetics
4. Dietician

Per semester gaat de aandacht naar een beperkt aantal vakinhouden zodat je de beschikbare tijd efficiënt kan invullen. De contactmomenten op donderdag zijn enorm leerrijk omdat je de link tussen theorie en praktijk legt. Via taken krijg je inzicht in je leerproces. In de hogere jaren vul je een deel van de studiepunten zelf in: intern of extern.

• Wil je doorstromen naar een masteropleiding? Dan kan je na een schakelprogramma instromen in de master Gezondheidsvoorlichting en –bevordering, de master Management en het Beleid van de Gezondheidszorg, of een master Biowetenschappen: Voedingsindustrie.
• Of specialiseer je in het subdomein van de voedings- en dieetleer. Sportvoeding, voeding bij kankerbehandeling en diabetes zijn enkele voorbeelden van populaire specialisatieopleidingen. Bij AP kan je het microcredential Expert in sportvoeding volgen, tijdens je studie of na afloop.
• Heb je specifiek interesse in ouderenzorg? Dan is de bachelor-na-bachelor Toegepaste Gerontologie een logisch vervolg.