Het Koninklijk Conservatorium Antwerpen lanceert vanaf dit academiejaar het vak ‘Weerbare Kunstenaars’ voor alle eerstejaarsstudenten. Mentaal welzijn krijgt zo een vaste plek in de opleidingen Dans, Drama en Muziek. Het vak is mee ontwikkeld door onderzoekers uit de bachelor Toegepaste Psychologie van AP Hogeschool en is vooral bedoeld om de mentale weerbaarheid van podiumkunstenaars (in spe) te versterken.
Vanaf het nieuwe academiejaar 2022-2023 is mentaal welzijn verplichte kost aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Alle eerstejaarsstudenten Dans, Drama en Muziek krijgen voortaan het vak ‘Weerbare Kunstenaars’. Met de introductie van dit vast vak willen AP Hogeschool en het Koninklijk Conservatorium Antwerpen een duidelijke voortrekkersrol opnemen en maximaal inzetten op het mentaal welzijn van studenten en podiumkunstenaars.
Lector-onderzoekers Bart Michiels en Tessa Weyns uit de bachelor Toegepaste Psychologie (AP Hogeschool) hielpen het vak mee vormgeven. Zowel vanuit het werkveld als vanuit de opleidingen is de nood aan gedegen ondersteuning merkbaar. Uit interdisciplinair onderzoek aan AP Hogeschool is gebleken dat podiumkunstenaars te maken krijgen met erg specifieke psychologische uitdagingen.
Bart Michiels: “Podiumkunstenaars zijn veelal sensitief en perfectionistisch. Hun identiteit is vaak ook sterk verweven met hun artistiek beroep. Dat maakt hen nog kwetsbaarder voor tegenslagen zoals een misgelopen auditie, negatieve feedback of een ernstige blessure.”
Tijdens een pilootproject op het Conservatorium vorig jaar kon het initiatief op veel bijval rekenen. Studenten uit de hogere jaren gaven aan dat ze deze materie graag aan het begin van hun opleiding aan bod (hadden) zien komen. Vandaar de beslissing om het vak in het curriculum van het eerste jaar te integreren. Aanwezigheid tijdens de lesmomenten is verplicht, maar studenten hoeven alvast niet te stressen over examens en punten.
Tessa Weyns: “Studenten zullen wetenschappelijk onderbouwde informatie krijgen over thema’s als stress, faalangst en veerkracht. Daarnaast zullen ze ook zelf aan de slag gaan aan de hand van praktische oefeningen, cirkelgesprekken ... Indien nodig kunnen ze ook snel op een laagdrempelige manier in contact komen met interne of externe hulp.”